Een verouderd Koninklijk Besluit uit de jaren ’60 is dringend aan een update toe, omdat het momenteel voor een ongelijkheid zorgt bij de opbouw van (pensioen)rechten van ongehuwde zelfstandige helpers. Ik bevroeg minister Clarinval hierover en de minister beloofde me een denkoefening op te starten om dit probleem aan te pakken.
Nu de griep, corona en andere infecties volop aan hun opmars bezig zijn, wenden veel zieken zich tot hun huisarts. Hoewel sommige werkgevers soepeler zijn, moet je in de meeste bedrijven binnen de 2 dagen uw ziektebriefje binnenbrengen. Dus worden huisartsen nu overspoeld met zieken die snel een ziektebriefje nodig hebben, de telefoon staat roodgloeiend, hun wachtkamers lopen vol. En daarom trekken de huisartsen aan de alarmbel. Want door de enorme toevloed aan zieken is het voor huisartsen gewoon niet mogelijk om iedereen onmiddellijk te ontvangen. Er moet snel een oplossing komen.
Ook vrijwilligers zullen de verhoogde kilometervergoeding krijgen. Dit bevestigde minister Vandenbroucke aan mij in de commissie sociale zaken als antwoord op mijn vraag. Zo wordt een administratieve vergetelheid weggewerkt.
Tijdskrediet of loopbaanonderbreking om bijvoorbeeld een opleiding te volgen, moet je normaliter nemen voor een periode van drie maanden. In de praktijk blijkt dat veel werknemers die drie maanden niet nodig hebben, en na bijvoorbeeld tweeënhalf maanden weer aan de slag gaan bij hun werkgever. De RVA vraagt in dat geval het volledige bedrag van de uitkering van drie maanden terug. Ik vind dat niet logisch en oneerlijk. Ik heb de minister gezegd dat de overheid zich moet reorganiseren. Van zodra je stopt met een tijdskrediet of loopbaanonderbreking, moet gewoon de uitkering stoppen. De minister zegt dat hij open staat voor een herziening van de huidige regels.
Huishoudhulpen worden vaker blootgesteld aan grensoverschrijdend gedrag bij de uitvoering van hun werk. Dit blijkt uit de feiten en de cijfers. Ze worden ook meer dan in andere sectoren getroffen door spier- en skeletaandoeningen. Daarom dat ik nauwgezet de maatregelen die dit jaar genomen werden, zoals de federale inspectiecampagne, opvolg. Hierover stelde ik twee parlementaire vragen aan de minister van economie en werk, Pierre-Yves Dermagne.
Onthaalouders die vanaf 1 januari 2023 met pensioen gaan, krijgen voortaan een beter pensioen. Onthaalouders die voor 2003 aan de slag waren, werkten enkel met een onkostenvergoeding en bouwden dus geen pensioenrechten op voor die jaren. Ze kwamen daardoor niet in aanmerking voor een minimumpensioen. De jaren na 2003 wegen voortaan zwaarder door in de pensioenberekening, waardoor ze toch een beter pensioen zullen ontvangen. Daar heb ik voor kunnen zorgen via een wetsvoorstel dat ik samen met Sophie Thémont (PS) uitwerkte. De Commissie Sociale Zaken van het parlement keurde dit voorstel goed. Ook de sector reageert opgetogen.
Vandaag behandelt de Kamercommissie Sociale Zaken een wetsontwerp om praktijktesten op de arbeidsmarkt, de zogenaamde mystery calls, effectiever te maken. Het ontwerp neemt de inhoud over van een wetsvoorstel van CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri om de drempels voor de toepassing van deze testen weg te werken.
Vanaf 1 september 2021 kunnen mantelzorgers drie maanden voltijds mantelzorgverlof opnemen per zorgbehoevend familielid of kennis. Dat is twee maanden extra dan wat voorheen mogelijk was. Daarnaast kan een mantelzorger in totaal zes maanden mantelzorgverlof in zijn of haar loopbaan opnemen.
De sociale partners hebben een akkoord bereikt over de verdeling van de welvaartsenveloppe. Dit betekent dat de minimumpensioenen, ziekte-, werkloosheids- en invaliditeitsuitkeringen vanaf juli 2021 zullen stijgen. In totaal wordt er 700 miljoen euro extra hiervoor uitgetrokken. Maar wat betekent dit akkoord in de praktijk? Over welke verhogingen gaat het? Hieronder wordt de verdeling van de welvaarstenveloppe in detail besproken.
Momenteel werkt de federale regering aan een evaluatie van het sui generis statuut van onthaalouders. Pas in 2003 kregen de onthaalouders een eigen statuut. Dit statuut geeft hen toegang tot werkloosheid, de regeling inzake ziekte, arbeidsongevallen, vakantiegeld en de opbouw van pensioenen. Hoewel het statuut ervoor zorgde dat de situatie van onthaalouders gevoelig verbeterde, is er na 18 jaar nood aan een bijsturing. Ik drong er bij de ministers van Sociale Zaken en Pensioenen op aan om een aandacht te besteden aan de pensioenrechten en het systeem van progressieve werkhervatting voor onthaalouders.