Steeds meer gezinnen kloppen aan bij de Dienst voor Alimentatievorderingen om voorschotten op alimentatiegeld te ontvangen. Ook de inning van achterstallig alimentatiegeld bij de onderhoudsplichtigen is verbeterd. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Financiën Van Peteghem op een schriftelijke vraag van CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri. Lanjri : “De initiatieven om DAVO breder kenbaar te maken, werpen duidelijk hun vruchten af. Steeds meer gezinnen vinden hun weg naar DAVO en doen er ook beroep op. En dat is van groot belang om het risico te beperken dat kwetsbaren, zoals eenoudergezinnen, in armoede terecht komen.”
Lanjri: “Wanneer koppels met kinderen uit elkaar gaan, is dit niet alleen emotioneel zwaar, maar het brengt vaak ook financiële dompers met zich mee. Dit is zeker het geval indien de ex-partner weigert om de alimentatie te betalen. Eenoudergezinnen lopen bovendien dubbel zoveel risico op armoede of sociale uitsluiting dan twee ouders met één of meerdere kinderen (30,1% tegenover 14,2%). Een maand zonder alimentatie kan hen al in financiële moeilijkheden brengen om voor hun gezin te zorgen. Daarom werd DAVO in het leven geroepen om kwetsbare gezinnen te voorzien van voorschotten op de alimentatie waarop ze recht hebben. DAVO vordert die voorschotten nadien terug bij diegene die de alimentatie moet betalen.”
DAVO (Dienst voor Alimentatievorderingen) werd in 2003 opgericht en maakt deel uit van de FOD Financiën. Deze dienst betaalt voorschotten op alimentatierecht uit aan wie daartoe recht heeft, in het kader van armoedebestrijding. Daarnaast helpt DAVO bij de uitvoering van gerechtelijke vonnissen door zelf het achterstallige alimentatiegeld in te vorderen.
Steeds meer gezinnen vinden nu die weg naar DAVO, waardoor meer kwetsbare kinderen geholpen kunnen worden. De voorbije vijf jaar steeg het aantal gezinnen die bij DAVO kwamen aankloppen met maar liefst 32,3%. In 2021 ging het om zo’n 14.691 gezinnen die een voorschot op de alimentatie ontvingen voor in totaal 26.807 kinderen. Deze stijging is het gevolg van een verbeterde kenbaarheid van DAVO, en dit dankzij de media en de verplichte vermelding bij gerechtelijke beslissingen. Wie recht heeft op alimentatie, wordt zo aangemoedigd beroep te doen op DAVO om achterstallige betalingen te vorderen.
Ook de inning van achterstallige alimentatie is sterk verbeterd. De FOD Financiën volgt wanbetalers beter op en slaagt er ook beter in om de bedragen te vorderen. Dat komt door een efficiënter en geautomatiseerd beheer van de dossiers. Lanjri: “Wie in gebreke blijft en de onderhoudsplicht verwaarloost, komt hier niet langer (gratis) mee weg. Ook dit is een positieve evolutie. In 2016 bedroeg het recuperatiepercentage amper 34%, in 2021 is dit ruim verdubbeld tot 70%. In 2021 werd er in totaal zo’n 42,7 miljoen euro aan betaalde voorschotten voor alimentatie teruggevorderd. Dat is goed, maar er blijft nog ruimte voor verbetering."
Ook is er een betere inning van voorschotten van mensen die onterecht een bedrag hebben ontvangen. Op initiatief van CD&V werd in het verleden (2014) een wetswijziging aangenomen waardoor DAVO de onterecht uitbetaalde voorschotten kan terugvorderen. Van de 61,3 miljoen euro aan voorschotten die DAVO in 2021 uitkeerde, werd 1,4% onterecht uitbetaald. Lanjri: “Ook al gaat het gelukkig niet om veel gevallen, elk geval van onterecht betaalde uitkering van alimentatie is er een teveel en ondermijnt de draagkracht van de werking van DAVO. De aanpak ervan is dus een kwestie van goed bestuur.”