Weduwen en weduwenaars die een overlevingspensioen ontvangen, mogen niet ontmoedigd worden om te blijven werken. Ze moeten opnieuw geïntegreerd worden op de arbeidsmarkt. Ik diende mijn wetsvoorstel opnieuw in dat het overlevingspensioen vlotter cumuleerbaar maakt met een inkomen uit arbeid.
Het weduwe- of weduwnaarspensioen is een pensioen dat wordt uitgekeerd aan de langstlevende partner in geval van overlijden van de echtgenoot of echtgenote. Het overlevingspensioen kan met de huidige wetgeving niet onbeperkt gecumuleerd worden met andere inkomsten. Deze beperking zorgt voor een armoede- en inactiviteitsval. Sommige weduwen gaan veel minder of stoppen zelfs met werken uit vrees om een deel van hun overlevingspensioen te verliezen. Daarom wil ik de regels nauwkeuriger maken door het invoeren van regels per inkomensschijf met gezinsmodulering.
Wanneer je uw partner verliest, verlies je niet alleen een deel van je gezin maar ook een deel van jouw toekomstplannen. Ook administratief en financieel komt men voor moeilijkheden te staan. De impact op je leven door zo’n verlies is immens. De draad terug oppakken vergt moed en wilskracht. Bijkomende obstakels, zoals het verlies van je inkomen, zouden daarom zoveel mogelijk weggewerkt moeten worden. Het is belangrijk dat mensen die een overlevingspensioen ontvangen en willen werken, dit ook effectief kunnen doen. Het is dan ook niet logisch dat langstlevende partners ontmoedigd worden om te werken terwijl ze het inkomen kunnen gebruiken want de kosten na een overlijden zijn niet min. Zo is er misschien de hypotheek die nog deels moet afbetaald worden. Naast de extra inkomsten die een baan geeft, kan werk een bepaalde structuur en houvast bieden. Het is ook zo dat langstlevenden vaak zelf arbeidsactief willen blijven. Bijkomend is het zo dat door minder of niet te werken, de langstlevenden minder of geen eigen rustpensioenrechten meer opbouwen.
cd&v is ervan overtuigd dat de grenzen voor de toegelaten arbeid opgetrokken moeten worden. Op die manier kunnen we vermijden dat mensen hun werkuren terugschroeven of helemaal stopzetten, puur omdat men anders een te groot deel van het overlevingspensioen zou verliezen.
