Buiten de eerste pensioenpijler - het wettelijke pensioen - bestaat er ook nog de tweede en derde pensioenpijler.
Tweede pensioenpijler
De tweede pensioenpijler is een extra pensioen bovenop het wettelijke pensioen, opgebouwd via je werkgever (bijvoorbeeld via groepsverzekeringen of pensioenfondsen). Werknemers kunnen worden aangesloten bij het pensioenplan van hun bedrijfssector of hun werkgever. Werknemers die geen of een laag aanvullend pensioen opbouwen bij hun bedrijfssector of hun werkgever, kunnen zelf voor een aanvullend pensioen sparen. Ook zelfstandigen kunnen op eigen initiatief aan pensioenopbouw doen.
Om een aanvullend pensioen op te bouwen, worden bijdragen gestort aan een pensioeninstelling. Dit is een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds. Die belegt het geld en berekent de pensioenrechten van de aangeslotenen. Bij pensionering betaalt de pensioeninstelling het aanvullend pensioen uit: in één keer, als kapitaal, ofwel gespreid in de tijd, in renten.
De aanvullende pensioenen zijn gestoeld op een kapitalisatieprincipe. Werknemers sparen, en dat kapitaal groeit dankzij rendement. Via mijn resolutie wil ik ervoor zorgen dat iedereen recht krijgt op dit aanvullend pensioen, want dat is vandaag niet het geval.
Derde pensioenpijler
De derde pensioenpijler is het pensioensparen of langetermijnsparen. Het betreft het fiscaal gestimuleerde sparen dat iedereen op eigen initiatief kan doen bij een bank of een verzekeraar. Pensioensparen gebeurt via een pensioenspaarverzekering bij een verzekeringsonderneming of een pensioenspaarfonds bij een bank. Langetermijnsparen verloopt via een individuele levensverzekering.