Recent deelden Antwerpse politieagenten racistische berichten over collega’s onder elkaar in hun besloten WhatsApp-groep. Hier is onderzoek naar gedaan en de agenten werden veroordeeld voor ‘pesten op het werk’. Tijdens de Commissie Sociale Zaken uitte ik mijn bezorgdheid bij minister Pierre-Yves Dermagne hierover.
Ik stel mij de vraag hoe racistische uitspraken ten aanzien van collega's vervolgd worden. De correctionele rechtbank heeft immers geoordeeld dat het posten van deze racistische opmerkingen in een WhatsApp-groep niet onder de notie 'uitoefening van zijn ambt' kan worden beschouwd en dus uitsluitend wordt gezien als ‘pesten op het werk’.
De antiracismewet, antidiscriminatiewet en genderwet bepalen wél straffen voor 'ieder openbaar officier of ambtenaar, iedere drager of agent van het openbaar gezag of van de openbare macht' die in de uitoefening van zijn ambt een persoon discrimineert. Wanneer collega's onder elkaar over mede-collega's racistische berichten uitwisselen, dan oefenen ze volgens de correctionele rechtbank hun ambt dus niet uit en gaat het enkel over 'pesten'.
Het gaat me niet specifiek over dit geval, er zijn meerdere gevallen bekend hierover en dat baart mij zorgen. En hoe komt het dat er geen sprake is van discriminatie, maar enkel van pesten op het werk? Ik wil dit echt uitklaren, want het kan niet dat pesten wel kan worden bestraft, maar dat discriminatie onder collega’s blijkbaar niet strafbaar is.
Minister Dermagne deelt mijn bezorgdheid rond het onderwerp en zal het verder uitklaren met staatssecretaris Leroy.
Lees hier mijn bijdrage in de commissie op pagina 13