Voorstellen meerderheid

De werkgroep:

  1. Beveelt de regering aan om zich burgerlijke partij te stellen in de gerechtelijke procedure betreffende de fraude bij het OCMW van Anderlecht en om haar volledige medewerking te verlenen aan de onderzoeken door alle relevante gegevens waarover de minister, haar strategische cel en de POD MI beschikken, ter beschikking te stellen van Justitie.
  2. Beveelt de regering aan een precieze raming te maken van de financiële schade aan de federale financiën ten gevolge van de in Anderlecht vastgestelde fraude en van het OCMW Anderlecht de terugbetaling van deze kosten te eisen.
  3. Beveelt de regering aan om, conform het regeerakkoord, bij de invoering van het systeem van curatele dat wordt opgelegd aan bepaalde disfunctionerende OCMW's, de opportuniteit te onderzoeken om deze curatele in te voeren voor het OCMW van Anderlecht.
  4. Beveelt aan dat de regering in samenwerking met de POD MI onderzoekt hoe de opsporing van fraude kan worden verbeterd, onder andere.
    1. Door analyse van bestaande systemen en de automatische alarmbelprocedure (NOVAPRIMA)
    2. Door de steekproeven uit te breiden op basis waarvan de POD MI zijn inspecties uitvoert
    3. Door een wettelijk kader vast te stellen zodat de POD MI "risico-OCMW’s" kan identificeren op basis van door de POD MI gedefinieerde criteria.
    4. Ervoor zorgen dat de inspectie van de POD MI ten minste de risico-OCMW’s direct na het einde van het boekjaar kan controleren (in N+1) en niet in N+2, zoals nu het geval is.
    5. Door de sociale werkers van de OCMW's die fraude vaststellen toe te laten om deze informatie gemakkelijk door te geven aan de inspectiedienst van de OCMW's, terwijl hun anonimiteit gewaarborgd blijft.
    6. Door ervoor te zorgen dat de POD MI de OCMW's verplicht om een jaarlijks verslag op te stellen met het aandeel van de beslissingen van de OCMW's die genomen zijn tegen het voorstel van het sociaal onderzoek van de maatschappelijk werker en die betrekking hebben op OCMW-steun die door de federale overheid gefinancierd wordt.
  5. Beveelt aan om specifieke financiële sancties in te voeren voor OCMW's wanneer fraude wordt vastgesteld door de inspectiedienst van de OCMW's of door een gerechtelijke instantie.
  6. Beveelt aan dat de regering alle aanbevelingen van de Interne Federale Audit tijdens hun audit in 2019 uitvoert en dat de FIA jaarlijks de voortgang opvolgt van de uitvoering van toekomstige aanbevelingen in het kader van de huidige audit.
  7. Beveelt de regering aan om, met het oog op een betere opsporing van fraude, te streven naar een intensievere samenwerking tussen de inspectiedienst van de POD MI en SIOD
  8. Beveelt aan dat de regering de OCMW's en de arbeidsauditoraten aanmoedigt om samenwerkingsprotocollen op te stellen om actieve samenwerking in de strijd tegen sociale en fiscale fraude te bevorderen.
  9. Beveelt aan dat de regering maatregelen neemt om de regels te verduidelijken die van toepassing zijn op de interacties tussen de OCMW's en de arbeidsauditoraten, in het kader van de opsporing en identificatie van sociale fraude, met respect voor het beroepsgeheim.
  10. Vraagt de regering de aanbevelingen van de POD MI te analyseren met betrekking tot de vereenvoudiging van de administratieve procedures, de versterking van de datacommunicatie door de OCMW's aan de administratie en de versterking van de controleketen binnen de POD MI. De regering zal samen met de administratie analyseren welke aanbevelingen prioriteit moeten krijgen.
  11. Beveelt aan dat de regering de nodige instrumenten ter beschikking stelt van de OCMW’s, om de werklast van de maatschappelijke werkers te verbeteren ; hen in staat te stellen om een nog betere dienstverlening te geven gericht op hulpverlening en ondersteuning van mensen in armoede die de maatschappelijke en sociale participatie bevordert; het aantal niet-opnames te verminderen
    1. werken aan het optimaliseren van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid en de voortgezette digitalisering om de werklast van maatschappelijk werkers te verlichten en meer ruimte vrij te maken voor advies op maat.
    2. verminderen van de voorschotten op andere socialezekerheidsuitkeringen
    3. het gebruik van het REMI-instrument (Referentiebudget Menswaardig Inkomen) evalueren en op basis daarvan een kader creëren voor alle OCMW's zodat de steun gericht en aangepast kan worden. Uniforme regels voor het toekennen van extra financiële steun zullen worden ontwikkeld in overleg met de lokale overheden, met respect voor de lokale autonomie. Dit moet ervoor zorgen dat gezinnen in armoede overal op dezelfde manier worden behandeld en dat willekeur wordt vermeden. Tegelijkertijd zal ervoor zorgen dat deze steun eerlijk blijft, activering stimuleert en geen valstrik voor werkloosheidsval creëert.
    4. in overleg met alle relevante belanghebbenden een evaluatie maken om maatschappelijke integratie en integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen, door concrete doelstellingen op te nemen in het federale actieplan ter bestrijding van armoede
    5. Extra middelen ter beschikking stellen van de OCMW's, in overeenstemming met het regeerakkoord, zodat ze beter kunnen inspelen op de groeiende vraag naar sociale bijstand, maar ook naar sociale ondersteuning en activering op de arbeidsmarkt, en op een correcte en tijdige manier ondersteuning kunnen bieden aan mensen in armoede, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de dienstverlening.
  12. Beveelt de regering aan om, in samenwerking met de gemeenschappen en gewesten en met respect voor elkaars bevoegdheden, te streven naar een doortastende aanpak van sociale misbruiken en fraude met de steun van het OCMW en naar een efficiënt OCMW dat de hulpverleners en mensen in armoede maximaal ondersteunt. De federale regering start daarom overleg met gemeenschappen en gewesten met als doel :
    1. Een constructieve, transparante samenwerking en gegevensuitwisseling tot stand te brengen tussen de federale auditdiensten, de inspectie van POD MI en de regionale OCMW-auditeurs, onder andere om dubbele controles te vermijden en om relevante vaststellingen tijdig te signaleren aan het bevoegde beleidsniveau en de bevoegde instanties teneinde een passend gevolg te geven aan mogelijke misbruiken;
    2. De werkdruk van maatschappelijk werkers verlagen;
    3. Bestrijding van geweld en agressie tegen maatschappelijk werkers;
    4. De sociale werkers beter bewust maken van de bestaande klokkenluidersprocedures in geval van een inbreuk op de integriteit in het kader van de activiteiten van het OCMW;
    5. Vermindering van non-take up van sociale rechten
    6. Zorgen voor strikte naleving van de procedures voor het toekennen van het leefloon en het toezicht daarop verbeteren, onder meer in coördinatie met lokale overheden;

Te komen tot een uitwisseling van ‘best practices’ tussen de verschillende beleidsniveaus met name wat betreft het gebruik van deontologische codes voor de leden van het BCSD en het OCMW-personeel.

De gemeenschappen informeren over de overwegingen van de werkgroep en de hoorzittingen van de Commissie sociale zaken met betrekking tot de organieke regelgeving inzake de OCMW's, de werking en de rol van de BCSD en de regelgeving inzake dringende OCMW-steun in het bijzonder, en hiervoor indien nodig een geschikt kader voorzien.

Zo nodig OCMW's onder curatele plaatsen

De federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten kunnen hierover afspraken maken en eventueel samenwerkingsakkoorden sluiten.