Vele private ambulancediensten en brandweerkorpsen zijn voor hun werking sterk afhankelijk van de inzet van vrijwillige hulpverleners-ambulanciers. Hun belangeloze engagement voor het welzijn van anderen, verdient dan ook alle respect en ondersteuning. Het zijn deze vrijwillige hulpverleners-ambulanciers die de eerste hulp bieden aan mensen in nood en zo echt het verschil maken. Op elk moment van de dag en nacht staan zij voor ieder van ons paraat.

Voor hun inzet ontvangen zij een beperkte vrijwilligersvergoeding. We zijn van mening dat deze groep vrijwilligers bij de ambulancediensten, brandweer en civiele bescherming meer moeten overhouden van deze vrijwilligersvergoeding. Zij verdienen meer erkenning voor hun engagement.

Er zijn de voorbije jaren al wat inspanningen geleverd om de vrijwillige ambulanciers beter te vergoeden. Zo werd de RSZ-regeling voor vrijwillige ambulanciers gelijk getrokken met deze van de civiele bescherming en brandweer. In 2019 werd het maximumplafond van de fiscale vrijstelling van deze vrijwilligersvergoedingen al opgetrokken. Het wetsvoorstel dat hier voorligt moet dan ook in lijn van deze eerdere inspanningen gezien worden. Het fiscale plafond is gestegen maar het maximumplafond voor de RSZ-vrijstelling bij niet-uitzonderlijke prestaties is ongewijzigd gebleven. Met dit wetsvoorstel willen we het maximumplafond voor RSZ-vrijstellingen voor vrijwilligers bij de civiele bescherming, vrijwillige brandweerlieden en vrijwillige ambulanciers verhogen tot ongeveer hetzelfde niveau als de fiscale vrijstelling. Vandaag bedraagt de RSZ-vrijstelling 1.215,08 euro per kwartaal maar deze zou worden opgetrokken tot 1.602,5 euro per kwartaal. 

 

Daarnaast zorgen we er ook voor dat de wachttijden tussen twee dringende interventies, worden meegeteld als uitzonderlijke prestaties. Dit heeft als gevolg dat ook deze wachttijden tussen interventies beter vergoed worden. Uit de praktijk blijkt immers dat het huidige onderscheid dat gemaakt wordt tussen een dringende interventie en de wachttijd voor wat betreft de vergoeding onduidelijk is en veel administratieve lasten met zich meebrengt. Deze vrijwilligers dienen tijdens hun wachtdiensten op locatie steeds klaar te staan voor een interventie. Gezien dat deze vrijwillige ambulanciers, brandweerlieden en vrijwilligers bij de civiele bescherming ook tijdens deze wachttijden ten dienste staan van de bevolking, lijkt het ons gerechtvaardigd om deze wachtdiensten in kazernes of op 112-standplaatsen ook te beschouwen als een uitzonderlijke prestatie en dus net zoals de interventies zelf volledig vrij te stellen van het betalen van sociale bijdragen. En daardoor zorg je dat mensen meer overhouden van hun vergoeding. Deze wijziging komt er ook op expliciete vraag van de sector.

 

Het is mooi dat we op deze manier een krachtig signaal van erkenning en respect kunnen geven aan deze vrijwillige ambulanciers die zich belangeloos inzetten voor het welzijn van anderen.

Lees mijn wetsvoorstel hier.

Lees er meer over in Het Nieuwsblad.