18-12-2019

De vrijwillige gemeenschapsdienst die opgenomen kon worden in een GPMI sinds juli 2016 werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof in juli 2018. Een evaluatie drong zich op. Toch blijkt die nog steeds niet klaar. 

In juli 2016 keurde de Kamer een wetsontwerp goed over het Geïndivdualiseerd project voor maatschappelijk integratie (GPMI). Dat GPMI is een contract tussen het OCMW en iemand die hulp vraagt bij het OCMW. Het doel hiervan is om mensen die bij het OCMW aankloppen op weg te helpen om zelf zijn/haar situatie te verbeteren door bijvoorbeeld een opleiding te volgen, een woning te zoeken of schulden af te betalen. Door dat goedgekeurde wetsontwerp was het ook mogelijk om een vrijwillige gemeenschapsdienst op te nemen in het GPMI. Dat deel van het wetsontwerp werd door het Grondwettelijk Hof vernietigd in juli 2018. Ik vroeg toen aan de minister om de vrijwillige gemeenschapsdienst te evalueren, want ik stelde mij er enkele vragen bij. Vandaag, 18 december 2019, vroeg ik de minister naar die evaluatie en de vernietiging van het Grondwettelijk Hof. Blijkbaar is de evaluatie pas afgelopen oktober begonnen en zal ze dus pas volgend jaar klaar zijn. Ik vind het ook bizar dat de cijfers over de vrijwillige gemeenschapsdienst niet meer beschikbaar zijn volgens de administratie. Hoe is het mogelijk om beleid te beoordelen zonder cijfers? Ik kijk alvast uit naar de evaluatie en zal de minister volgend jaar opnieuw bevragen hierover. Hopelijk zijn er dan wél cijfers en ligt er een evaluatie klaar.

Lees hier mijn vraag en het antwoord van de minister. (vanaf p. 2)