Verlenging pensioenbonus goedgekeurd !

14-07-2011

14-07-2011

Vandaag is de verlenging van de pensioenbonus goedgekeurd in de kamer. Met deze maatregel reageert CD&V preventief op de verwachtingen van de ombudsdienst pensioenen dat mensen sneller met pensioen zouden gaan om van de pensioenbonus te kunnen genieten. Een individuele beslissing waar we zeker respect voor zouden hebben maar die collectief het pensioenstelsel verder onder druk zou hebben gezet.

Wat is de pensioenbonus en waarom is het nodig ?

In het kader van het generatiepact werd voor werknemers en zelfstandigen een pensioenbonus ingevoerd. Iemand die verder zou werken na zijn 62ste of 44 loopbaanjaren zou hebben, zou binnen het principe van de pensioenbonus per effectieve dag tewerkstelling tot de leeftijd van 65 jaar, voor de rest van zijn leven bovenop het voorziene pensioenbedrag iets meer dan 2 euro per dag extra krijgen.

Voor sommigen kan dit – aldus de berekening van de ombudsdienst- een verhoging van het maandelijks pensioen met meer dan 150 euro betekenen. Deze maatregel liep normaal gezien af op 1 december 2012 waardoor het voor sommigen voordeliger was om vervroegd op pensioen te gaan. Een praktijk die volledig haaks zou staan op het beleid om iedereen langer te laten werken.

Met het wetsontwerp, dat op 14 juli is goedgekeurd, heeft CD&V ervoor gezorgd dat de maatregel niet wordt stopgezet en waardoor de incentive om vervroegd uit te treden om toch nog te kunnen genieten van de pensioenbonus automatisch wordt opgeheven. Met dit wetsvoorstel willen we een positief signaal geven dat langer werken loont. Daarom dat we ook voorstander zijn om het systeem van de pensioenbonus al toegankelijk te maken voor iedereen die nog zou willen verderwerken na zijn 60ste of na een loopbaan van 40 jaar. Normaal gezien worden eind 2011 de maatregelen van het generatiepact geëvalueerd. CD&V vreest echter dat dit te laat zal zijn. Daarom beschouwen we de de verlenging van de huidige maatregel als een tussenstap om tot grondige maatregelen te komen.

Dat de pensioenbonus effect heeft, verduidelijken de onderstaande cijfers (bijlage). Om de effecten van langer werken individueel voor iedereen duidelijk te maken is CD&V voorstander van een carrière-plannings-systeem. Met een dergelijk systeem kan elke burger correct opvolgen welk gevolg elke carrièrekeuze heeft op zijn pensioen. Vergelijk het met een investering waarbij je kan laten uitrekenen hoeveel het je zoveel jaren later zal opbrengen. Een volgens ons noodzakelijke tool indien we mensen verder willen overtuigen om langer actief te participeren in de economie. Het vormt een deel van ons meer alomvattende plan van CD&V inzake pensioenhervorming.

Vanaf september gaan er dankzij het door de regering onderhandelde en door ACV ondersteunde interprofessioneel akkoord de volgende aanpassingen aan de pensioenuitkeringen plaatsvinden:

  • Laagste pensioenen zullen met zo’n 250 euro per jaar stijgen.
  • Andere pensioenen zullen met 60 euro per jaar stijgen.
  • Alle gepensioneerden krijgen tussen het vijfde en het vijftiende pensioenjaar een verhoging van 2%. Op basis van de huidige cijfers levert dit nog eens 170 euro extra op.
  • Gerechtigden op een inkomensgarantie voor ouderen krijgen 180 euro per jaar meer.
  • Alle IGO-gerechtigden krijgen tussen het 5de en 15de pensioenjaar een verhoging van 2%. Op basis van de huidige cijfers levert dit nog eens 187 euro extra op.

Bijlage

Cijfers op basis van een mondelinge vraag van 27/07/2009 aan minister Daerden:

In de jaren 2007 en 2008 en de eerste maanden van 2009 hebben 78.019 gerechtigden een pensioenbonus genoten en dit voor een bedrag van 41.337.688,46 euro (25.952.382,15 euro voor het werknemersstelsel en 15.385.306,31 euro voor de zelfstandigen).

Verdeling van de gerechtigden over de verschillende stelsels en leeftijden:

2007


Leeftijdsklasse

Pensioenbonus enkel in regeling werknemers

Pensioenbonus enkel in regeling zelfstandigen

Pensioenbonus in regeling werknemers en zelfstandigen

Totaal

jonger dan 60 jaar

54

2

 

56

60 jaar

2.025

13

1

2.039

61 jaar

985

9

1

995

62 jaar

413

9

1

423

63 jaar

498

17

 

515

64 jaar

1.772

42

1

1.815

tss 65 en 69 jaar

2.554

113

2

2.669

70 jaar en ouder

49

3

 

52

Totaal

8.350

208

6

8.564

2008

Leeftijdsklasse

Pensioenbonus enkel in regeling werknemers

Pensioenbonus enkel in regeling zelfstandigen

Pensioenbonus in regeling werknemers en zelfstandigen

Totaal

jonger dan 60 jaar

140

27

1

168

60 jaar

2.177

249

5

2.431

61 jaar

3.195

469

10

3.674

62 jaar

1.590

548

13

2.151

63 jaar

973

671

8

1.652

64 jaar

2.721

1.374

26

4.121

tss 65 en 69 jaar

7.880

6.469

150

14.499

70 jaar en ouder

183

285

2

470

Totaal

18.859

10.092

215

29.166

2009 (partim)

Leeftijdsklasse

Pensioenbonus enkel in regeling werknemers

Pensioenbonus enkel in regeling zelfstandigen

Pensioenbonus in regeling werknemers en zelfstandigen

Totaal

jonger dan 60 jaar

160

36

1

197

60 jaar

1.316

140

2

1.458

61 jaar

3.246

413

11

3.670

62 jaar

3.740

695

14

4.449

63 jaar

2.174

1.078

24

3.276

64 jaar

1.328

1.067

18

2.413

tss 65 en 69 jaar

13.466

10.257

270

23.993

70 jaar en ouder

303

523

7

833

Totaal

25.733

14.209

347

40.289

Onderstaande tabel geeft tenslotte de gemiddelde leeftijd weer waarop men voor het eerst recht heeft op de pensioenbonus, verdeeld over de verschillende stelsels en de jaren 2007, 2008 en 2009.

Gemiddelde leeftijd ingang pensioen


Jaren

Enkel in regeling werknemers

Enkel in regeling zelfstandigen

In regeling werknemers en zelfstandigen

 

Mannen

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

2007

62 jaar en 11 m.

62 jaar en 11 m.

64 jaar en 6 m.

63 jaar en 5 m.

62 jaar en 5 m.

-

2008

63 jaar

63 jaar

64 jaar en 5 m.

64 jaar en 4 m.

64 jaar en 5 m.

63 jaar en 9 m.

2009

63 jaar en 1 m.

63 jaar en 10 m.

64 jaar en 5 m.

64 jaar en 5 m.

64 jaar en 6 m.

63 jaar en 10 m.

Cijfers uit het Groenboek van de Nationale Pensioenconferentie:

Vrouwen ontvangen in mindere mate een pensioenbonus dan mannen: 10% in 2007 van 11% in 2008 vrouwen tegenover 19,24% in 2007 en 20,25% in 2008 mannen. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard door het feit dat vrouwen doorgaans een minder lange loopbaan hebben dan mannen.

Er werd vastgesteld dat voor zowel mannen als vrouwen de hoogste percentages gerechtigden op een pensioenbonus zich situeren binnen die categorieën die het hoogste pensioen ontvangen.

Logischerwijs werd ook vastgesteld dat het aandeel van de bonus in het pensioenbedrag groter is naarmate het gewone pensioen laag ligt: voor mannen was dit aandeel van de bonus in 2007 59,9% wanneer het gemiddelde pensioen minder dan is dan 1000 euro en nog nauwelijks 3,6% wanneer het pensioen meer dan 20.000 euro bedraagt. (Voor vrouwen respectievelijk 71,5% en 3,8%.)

Algemene conclusie van de studie in het Groenboek:

  • Meer mannen dan vrouwen ontvangen de pensioenbonus.
  • Hoewel het bonusbedrag bij mannen groter is dan bij vrouwen, is het aandeel van de bonus in het totale pensioenbedrag groter bij vrouwen, aangezien zij meestal een lager pensioenbedrag ontvangen.
  • Op dit ogenblik is het onmogelijk om op basis van deze studie te bepalen of de bonusstimulans het gedrag (beslissing om op pensioen te gaan) van de personen die in 2007 en 2008 met pensioen zijn gegaan, heeft gewijzigd.