In de gemeenteraadscommissie riep ik de burgemeester en onze stad op om samen te werken met de andere beleidsniveau's om Oekraïne zo veel mogelijk te steunen. Lees hier mijn tussenkomst.

Het oorlogsgeweld aan de buitengrenzen van Europa treft ons allen bijzonder hard. De stroom vluchtelingen uit Oekraïne zwelt elke dag aan, op 30 dagen zijn er al ruim 3,7 mio mensen Oekraïne ontvlucht. Dat we aan de vooravond staan van de grootste Europese vluchtelingencrisis sinds WOII, wordt helaas elke dag duidelijker.

Vooral moeders met kinderen staken de grenzen al over, hun mannen en vaders blijven achter om te dienen in het leger. Hartverscheurende taferelen die ons keihard raken en waar we het aan onszelf verplicht zijn om elke hulp die mogelijk is aan te bieden.

Steeds meer Oekraïense vluchtelingen sijpelen door tot in ons land. We moeten ons dus snel en zo goed en efficiënt mogelijk organiseren op deze vluchtelingenstroom die plots op gang is gekomen.  Op amper een maand tijd werden al 25.000 Oekraïense vluchtelingen geregistreerd in ons land. Zo’n 20% heeft een opvangnood. De meesten worden dus opgevangen door familie/kennissen en soms door opvanggezinnen. 25.000, dat is te vergelijken met wat we onder normale omstandigheden op jaarbasis opvangen aan vluchtelingen uit de ganse wereld. En dat betekent dus alle hens aan dek om te zorgen voor registratie, noodopvang, duurzame huisvesting, onderwijs, medische zorg en begeleiding.

Van in het begin was het meteen duidelijk: dit is andermaal een crisis die de samenwerking van alle beleids- en bestuursniveaus veronderstelt. Duurzame huisvesting van vluchtelingen uit Oekraïne is dus geen ­‘balletje’ waarvan alleen staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V) wist dat het naar Vlaanderen zou rollen, zei Cathy Berx, als reactie op op wat minister-president Jan Jambon (N-VA) suggereerde (DS 19 maart). Voor wie de bevoegdheidsverdeling van ­onze federale staat kent, was de taakverdeling meteen helder. De federale overheid is verantwoordelijk voor de eerste crisisopvang van enkele dagen indien nodig, registratie, het verlenen van tijdelijke bescherming en de toepassing van de OCMW-wet en de Wet Maatschappelijke Integratie. De deelstaten staan in voor duurzame huisvesting, onthaal, welzijn, ­onderwijs en preventieve gezondheidszorg, zodra het wettelijke verblijf, een speciaal statuut van tijdelijk verblijf,  voor de Oekraïners geregeld is.

Met de bevoegdheids­verdeling in het achterhoofd lijkt er in een mum van tijd dus een sterk plan van aanpak uitgebouwd waarin alle overheidsniveaus intens willen samenwerken om de complexe crisis aan te pakken. Een heel aantal beslissingen sijpelden sinds onze initiële vraagstelling al binnen.

  • Zo is het duidelijk dat de OCMW’s 135% equivalent leefloon krijgen tijdens een periode van 4 maanden voor Oekraïense vluchtelingen,
  •  is er een subsidie die het mogelijk moet maken om leegstaande sociale huurwoningen (in afwachting van sloop, renovatie of   verkoop) minstens te doen beantwoorden aan de afwijkende minimale woningkwaliteitsnormen,
  • werden er gezamenlijke webinars georganiseerd, ­gelinkte ICT-platformen ­gebouwd om de uitdagingen geïntegreerd aan te pakken,… .

Allemaal om de impact van een geopolitiek conflict op ons grondgebied het hoofd te bieden. Dat is uiteraard goed.

Nog meer hartverwarmend is dat ook heel wat mensen, ook heel Antwerpenaars spontaan hun huis open stellen voor vluchtelingen. De oproep van onze staatssecretaris Sammy Mahdi, met #Plekvrij, sloeg van in het begin bijzonder goed aan. En dat is goed. Want hoewel het de taak is van de overheid om te zorgen voor huisvesting,  zijn die extra plaatsen  zeker nodig en nuttig als bufferplaatsen of als tijdelijke die opvang  in afwachting van huisvesting door Vlaanderen. Ook nooddorpen moeten de opvang en doorstroom van vluchtelingen opvangen. Vlaanderen besliste dat er 15 nooddorpen zouden gebouwd worden.  De stad besliste om niet te wachten op Vlaanderen en alvast te beginnen met de bouw van een nooddorp op linkeroever. Daar zouden 600 tot 1000 vluchtelingen opgevangen kunnen worden.  Dat is goed natuurlijk.  Ook Mechelen doet dit.   Als het aantal vluchtelingen blijft stijgen naar 7 mio en meer zoals het UNHCR zegt, en wij als land ons fair share daarin zouden doen, dan zouden we ook 120.000 tot 200.000 vluchtelingen moeten opvangen in ons land en dan zullen we ook als stad nog bijkomende opvang moeten voorzien. Dus we moeten de situatie goed opvolgen en snel schakelen. Naast nooddorpen moeten we bekijken of er ook plekken kunnen komen in  leegstaande gebouwen, dat kan een leegstaand WZC zijn zoals in Deurne, maar evengoed leegstaande kantoorgebouwen, parochiehuizen, kerken, … waar mensen tijdelijk in opgevangen kunnen worden.  

We riepen op de laatste gemeenteraad dan ook graag op het initiatief van JONGCD&V en CDS, onze jongeren en studenten van CD&V, te steunen. Zij lanceerden #KotVrij, aanvullend aan het initiatief #PlekVrij van de staatssecretaris. Ze roepen daarmee de koteigenaars, de universiteiten en hogescholen op om hun leegstaande koten en residenties voor deze mensen beschikbaar te stellen. Want ook studentenkoten komen in aanmerking voor opvang en het zou betreurenswaardig zijn om midden in deze zware humanitaire crisis dat potentieel te laten liggen. Ik vroeg dan ook namens de voltallige CD&V-fractie aan deze gemeenteraad, om het initiatief #KotVrij te ondersteunen. Gekende koteigenaars en de universiteiten en hogescholen moeten vanuit de stad worden gecontacteerd en geïnformeerd over de mogelijkheid hun leegstaande koten beschikbaar te stellen voor Oekraïense vluchtelingen.

Alleen samen kunnen we deze crisis oplossen! Want de uitdaging is immens. Succes is niet gewaarborgd.

Als stad kunnen we ook niet achterblijven in het uitzenden van een sterk signaal naar de Russische inval. Heel veel lokale mogelijkheden hebben we daar als lokaal bestuur niet in. Maar, we hebben een zusterband met Sint-Petersburg. Een stad waar ook protesten waren tegen de invasie van Oekraïne. Maar waar je onmiddellijk dezelfde reflex als in andere Russische steden tegenkomt: mensen worden gearresteerd en weggevoerd.

Deze verzustering gaat terug tot 1958. Recent (in 2020) werd er opnieuw een intentieverklaring ondertekend door de stad Antwerpen en de stad Sint-Petersburg om informatie te kunnen uitwisselen en samenwerkingen te kunnen opzetten rond: strategische planning en stadsontwikkeling, transport en infrastructuur, digitalisering en smart city, afvalbeleid en milieu, duurzame chemie, creatieve economie, onderwijs en wetenschap, toerisme, cultuur en erfgoed. Dit is dus een verregaande samenwerking, wat we in de huidige omstandigheden onmogelijk kunnen behouden. Dit is niet de verzustering die we wensen op dit moment, op het moment dat de regeringsleider volop bommen dropt op onschuldige burgers.  We staan dan ook achter het voorstel van de jongeren van CD&V om die zusterband op zijn minst te schorsen.

De burgemeester gaf aan de zusterband met de Russische stad niet te willen verbreken. Maar hij gaf wel aan de lopende initiatieven stil te willen leggen en er geen nieuwe op te starten. Dat blijkt ondertussen ook uit een collegiaal schrijven aan Sint-Petersburg, waarin de agressie in Oekraïne veroordeeld wordt en de lopende projecten bevroren. Dat lijkt ons de enige juiste keuze.

Culturele en sociale banden tussen steden en gemeenschappen blijven aan te moedigen, ook met Russische steden. de burgemeester haalde het ook zelf aan dat: “De band tussen steden past binnen de gedachte van internationale samenwerking”. Daar kunnen we ons in vinden, maar deze band moet ook in de huidige omstandigheden lenen tot productieve gesprekken. De dialoog over moeilijkere onderwerpen lijkt door ons eigen stadsbestuur echter te worden vermeden. Zowel over de schending van de LGBTQIA+ rechten, als nu over het massaal arresteren van betogers. Als burgemeester De Wever de zusterband als stok achter de deur ziet om net dergelijke dialogen over moeilijkere onderwerpen te kunnen voeren, moet hij dat nu ook tonen.