Paralympiërs die hun prijzengeld weigeren uit angst om hun vervangingsinkomen geheel of gedeeltelijk te verliezen, moet verleden tijd worden. Net als onze olympische atleten moeten de paralympische atleten hun verdiende premies kunnen ontvangen. Deze oproep deed ik zopas bij minister Lalieux. 

Recent zorgde staatssecretaris Mahdi er al voor dat paralympiërs evenveel geld krijgen voor hun medailles als de atleten op de Olympische Spelen. Voortaan krijgen deze atleten 50.000 euro voor een gouden medaille, 30.000 euro voor een zilveren medaille en 7.500 voor een bronzen medaille. Voordien kregen de paralympische atleten slechts 15.000 euro voor een gouden medaille, 10.000 euro voor een zilveren medaille en 7.500 euro voor een bronzen medaille. Dit is niet meer dan normaal want topprestaties van een even hoog niveau verdienen gelijke premies. 

Om ervoor te zorgen dat de paralympiërs ook kunnen genieten van hun prijzengeld, is het essentieel dat dit prijzengeld niet in rekening wordt genomen als inkomen bij de berekening van hun vervangingsinkomen. Op deze manier worden personen met een handicap niet langer geconfronteerd met een sterk verlaagd vervangingsinkomen. 

Minister Van Peteghem zorgt er alvast voor dat atleten minder belastingen moeten betalen op deze premies door een bijzondere code te voorzien op de belastingsbrief. Minister Lalieux antwoordde op mijn vragen dat haar administratie zich buigt over de berekening vervangingsinkomen en het in rekening brengen van de premies. Ik volg dit verder op.