De overheid stuurde vorig jaar een kleine 3.000 ambtenaren op definitief vervroegd pensioen wegens ziekte. Dit kost de staatskas jaarlijks 180 miljoen euro en is vooral verspilling van talent. De meerderheid van hen is tussen 51 en 60 jaar oud, maar er zijn er ook die een pak jonger zijn, soms amper 25. Ik pleit ervoor om het systeem grondig te hervormen.

 

In Het Laatste Nieuws zei ik daar het volgende over: “In plaats van mensen af te danken, zouden we beter zorgen voor de re-integratie van zieken en hen aangepast werk geven.”

 

Wie werkonbekwaam is om medische redenen, moet uiteraard kunnen genieten van rust. Maar dit hoeft geen excuus te zijn om talent, met waardevolle ervaring, vroegtijdig aan de kant te zetten, terwijl zij nog op een aangepaste, werkbare manier een bijdrage willen kunnen leveren. Velen onder hen willen blijven werken maar hebben nood aan aangepast werk. Ook zij hebben geen keuze en worden onherroepelijk met pensioen gestuurd.

 

De cijfers die ik opvroeg wijzen op een grondige systeemfout. Zo blijven er ieder jaar veel mensen definitief, vroegtijdig op pensioen gaan wegens ziekte. Daarnaast worden ambtenaren voor langere periodes op tijdelijk, vroegtijdig pensioen gestuurd waarbij er steeds minder mensen terug op de werkvloer geraken.

 

“Het cd&v-pensioenplan dat ik begin dit jaar met mijn partij lanceerde, pleit ervoor dat het huidige pensioensysteem niet past binnen een activerende visie op de arbeidsmarkt. We moeten van een definitief ziektepensioen evolueren naar een re-integratie van zieken en hen voorzien van aangepast werk.”