Nu ook aanpak van schijnsamenwoonst

19-03-2013

19-03-2013

Vandaag werd in de commissie Justitie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetsontwerp goedgekeurd dat schijnhuwelijken strenger bestraft en schijn-wettelijke samenwoonst gelijkschakelt met schijnhuwelijken. CD&V-kamerlid Nahima Lanjri legt vooral de nadruk dat de strijd ook op het terrein efficiënt moet worden aangepakt.

Het wetsontwerp van de regering biedt alvast een antwoord op een aantal belangrijke knelpunten in dit dossier. Door een gelijkschakeling van de schijn-wettelijke samenwoonst met de controlemogelijkheden die reeds bestaan op schijnhuwelijken, kan men voortaan ook de strijd aanbinden met deze vorm van fraude met verblijfsvergunningen. Tegelijk werden ook de straffen op deze feiten verhoogd.

Daarnaast wordt ook de strafrechtelijke en burgerrechtelijke procedure geïntegreerd. Indien de strafrechter een vonnis uitspreekt in een schijnhuwelijk of schijn-wettelijke samenwoonst, kan diezelfde rechter ook de nietigverklaring van het huwelijk of de wettelijke samenwoonst uitspreken. Bij dergelijk vonnis wordt voortaan ook onmiddellijk de ambtenaar van de burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken op de hoogte gebracht. Deze laatste kan dan onmiddellijk een onderzoek starten tot intrekking van de verblijfsvergunning. De Dienst Vreemdelingenzaken kan voortaan ook een inreisverbod opleggen tot 5 jaar.

CD&V-kamerlid Lanjri vraagt dat nu vooral werk wordt gemaakt van een effectief opvolgingssysteem dat door alle betrokken diensten raadpleegbaar is. Dit moet voorkomen dat wie een poging tot schijnhuwelijk of schijn-wettelijke samenwoonst onderneemt, naar een andere gemeente trekt om een nieuw poging te ondernemen. Een centraal register waarin alle feiten worden opgenomen (pogingen en bestraffingen) moet worden geïnstalleerd. De regering denkt en werkt hiervoor aan een registratiesysteem gekoppeld aan het Rijksregister.

Uit de cijfers blijkt immers dat er wel veel onderzoeken door DVZ gebeuren (ongeveer 10.000/jaar) maar dat de nietigverklaringen (ongeveer 200/jaar), veroordelingen en repatriëringen niet in verhouding zijn, ze liggen bijzonder laag.  Dit moet anders worden aangepakt.

Nahima Lanjri : “Nu de nieuwe wet er is, moeten alle parketten elke vorm van schijnhuwelijk of schijn-wettelijke samenwoonst aanpakken. Niet enkel die feiten waarbij sprake is van dwang, geweld of bedreiging, herhaling, criminele netwerken, mensenhandel of als er geld is betaald.  ” De meeste gevallen zijn immers gevallen waarbij één van de partners ter goeder trouw is en om de tuin is geleid. Ook die slachtoffers moeten het signaal krijgen dat hun probleem wordt aangepakt.

Nahima Lanjri: “De effectieve vervolging én bestraffing van de schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoonst moet beschouwd worden als een prioriteit. Duidelijke onderrichtingen aan de parketten helpen daarbij om een efficiënt vervolgingsbeleid op rails te zetten. Daarnaast moeten we zorgen voor een uniforme aanpak van de schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoonst in alle gemeenten door duidelijke administratieve onderrichtingen en informatie voor de personeelsleden van de gemeentelijke diensten Bevolking.”

Meer info:

Nahima Lanjri

0495 – 53 51 50