24-11-2015
Elke persoon die leeft in armoede is er één te veel. Armoede moet aangepakt worden. Naast mijn resolutie armoedebestrijding, die afgelopen zomer goedgekeurd werd in de Kamer, stel ik op regelmatige basis vragen over dit thema. In de commissie Bedrijfsleven stelde ik een vraag aan minister van Middenstand Borsus omtrent de aanpak van zelfstandigen in armoede. 1 op 6 zelfstandigen in hoofdberoep verdient namelijk een pak minder dan de Europese armoededrempel van 1.074 euro voor een alleenstaande. Onderzoek van professor Lambrecht van de Hogeschool-Universiteit Brussel wijst uit dat 15% van de zelfstandigen structureel in armoede leeft.
De minister liet weten dit probleem zeker aan te pakken in zijn algemene beleidsnota en KMO-plan. Zo kunnen zelfstandigen met een vrijstelling van bijdragen vanaf 2015 de vrijgestelde bijdrage regulariseren en op die manier pensioenrechten openen voor de vrijgestelde kwartalen. Het minimumpensioen voor zelfstandigen als alleenstaande en het overlevingspensioen voor zelfstandigen wordt gelijkgeschakeld met dat van de loontrekkenden. Een eerste verhoging vond plaats op 1 april 2015. De volledige gelijkschakeling zal voltooid worden op 1 augustus 2016. De faillisementsverzekering werd omgevormd naar een overbruggingsuitkering. Voor de minister is het belangrijk dat de begeleiding van zelfstandigen in moeilijkheden verbeterd wordt. Wat het armoedebestrijdingsplan betreft wil hij dat dit zo snel mogelijk tot resultaten leidt.
Ik ben natuurlijk blij dat er wordt ingezet om armoede bij verschillende doelgroepen, zoals zelfstandigen, aan te pakken, maar bijkomende maatregelen zijn absoluut noodzakelijk. Het volstaat niet om het pensioen van een zelfstandige gelijk te schakelen met dat van een werknemer. Wij moeten er ook op toezien dat het pensioen in het algemeen voldoende hoog is. Als wij de situatie van iedereen, dus ook van zelfstandigen, willen verbeteren, dan zullen wij ook op een aantal andere vlakken maatregelen moeten nemen.
Lees hier mijn vraag en het antwoord van de minister (p. 10-12).
