Het regeerakkoord ontleed: Pensioenen

14-10-2014

14-10-2014

De vergrijzing is een realiteit. Er zijn nu 2.000.000 gepensioneerden, in 2060 wachten 4.100.000 mensen op hun pensioen. Een welverdiend pensioen. En dat willen wij de mensen kunnen geven. Ook de mensen die morgen op pensioen gaan, hebben dit pensioen verdiend, en ook voor onze kinderen en kleinkinderen willen we de pensioenen veilig stellen.  Al zal dat niet vanzelf gaan. Want vandaag betalen we 39 miljard voor de pensioenen in 2060 hebben we 56 miljard nodig. Daarom vragen wij een inspanning van iedereen.

Niemand hoort het graag, en toch weet iedereen het: we moeten langer aan de slag blijven. We moeten iedereen die kan werken ook effectief aan het werk krijgen en ook zorgen dat we het langer volhouden. We leven immers langer, en gelukkig ook langer in goede gezondheid. Vandaag is de pensioenleeftijd 65 jaar, maar gemiddeld stoppen de meeste mensen rond hun 60ste (59,3 jaar). De voorbije jaren, onder de vorige regering, zijn we erin geslaagd die feitelijke pensioenleeftijd al met 2 jaar omhoog te krijgen. De volgende jaren willen we hetzelfde doen. Mét overgangsperiodes en specifieke regelingen voor wie in een zwaar beroep zit of een lange loopbaan heeft. Langer leven, een goed pensioen en langer werken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

 

Wat gebeurt er nu met de pensioenleeftijd?

In deze legislatuur kan je sowieso nog op pensioen op 65 jaar. Dat wordt in 2025 66 jaar, en in 2030  67 jaar.

Maar, je kan dan ook vroeger gaan, net zoals nu. Een volledig pensioen krijg je na een loopbaan van 45 jaar. Iemand die op zijn 18 begint te werken zal een vol pensioen hebben op zijn 63 en dus zonder problemen kunnen vertrekken. Begin je op je 22ste  dan heb je een vol pensioen op je 67ste, maar je kan altijd beslissen om vervroegd op pensioen te gaan, dat kan dan vanaf 63 jaar (vanaf 2018 tot dan is het 62 jaar en 40 loopbaanjaren), maar dan heb je net zoals nu geen vol pensioen.

Tot slot : er komen ook deftige overgangsregelingen. Wie nu eind de 50 is zal maximaal 1 of 2 jaar langer moeten werken dan vandaag het geval zou zijn na de hervormingen. We houden dus rekening met terechte verwachtingen.

 

De actieve senior willen we ook zo goed mogelijk ondersteunen. Senioren die na hun 60ste of na 45 loopbaanjaren nog een centje willen bijverdienen, mogen dit onbeperkt. In alle andere gevallen blijven de huidige grenzen behouden.