22-10-2015

Vorige legislatuur werd de wetgeving met betrekking tot de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) aanzienlijk vereenvoudigd. Voor mensen die samenwonen en waarbij het niet gaat over de huwelijkspartner of een wettelijk samenwonende (bijv. bij groepswonen of cohousing) wordt sindsdien wel enkel rekening gehouden met de eigen bestaansmiddelen in plaats van de bestaansmiddelen samen te tellen en ze door het aantal samenwonenden te delen.

6.890 IGO-dossiers met een ingangsdatum voor 1 januari 2014 werden met toepassing van de nieuwe reglementering gecontroleerd. 54,24% van deze dossiers kende een verhoging van de IGO-uitkering. In 45,76% van de gevallen ging het om een verlaging. Momenteel vallen nog 20.531 IGO-dossiers volgens dewelke het aantal samenwonenden gelijk aan of meer dan twee bedraagt, onder de vorige wetgeving.

 

Lees hier mijn vraag en het antwoord van de minister van Pensioenen.