25-11-2015
De wetgeving over de aard van de arbeidsrelaties speelt een belangrijke rol in de strijd tegen schijnzelfstandigheid, wat niet altijd efficiënt kan aangepakt worden omwille van verschillende criteria om te spreken over zelfstandigheid en schijnzelfstandigheid. Die verschillende criteria blijken in een aantal sectoren moeilijk toepasbaar. In de commissie Sociale Zaken vroeg ik minister van Werk Kris Peeters of de beloofde evaluatie van de wet al klaar was.
De Nationale Arbeidsraad, de Hoge Raad voor Zelfstandigen en de KMO en het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen hebben begin juli om uitstel gevraagd voor deze evaluatie. Aangezien een kwalitatieve evaluatie van belang is, werd uitstel verleend tot 1 januari 2016. Een effectieve toepassing van deze wet is inderdaad essentieel in de strijd tegen sociale dumping en sociale fraude.
Het is enigszins jammer dat de evaluatie nog niet rond is. Anderzijds begrijp ik absoluut dat we een goede evaluatie moeten hebben. Als daar nu twee maanden extra voor nodig is, dan zal ik nog twee maanden geduld oefenen en deze vraag begin januari opnieuw stellen. Ik weet dat ook Europees commissaris Marianne Thyssen met deze problematiek bezig is op Europees niveau. Het is van belang dat wij onze bevindingen in België kunnen meegeven als hier een Europees antwoord op moet komen. Ik hoop dus dat we niet te laat komen en dat we dit effectief tijdig kunnen meegeven aan de Europees commissaris.
Lees hier mijn vraag en het antwoord van de minister (p. 18-19).
