08-07-2013
Na een marathonvergadering en de nakende deadline van het Grondwettelijke Hof in het achterhoofd, kwam op 8 juli de verlossing dat de sociale partners het compromisvoorstel van regering over het eenheidsstatuut aanvaarden. Met de goedkeuring van de compromistekst over het eenheidsstatuut is een belangrijke stap gezet in de gelijkschakeling van de statuten van arbeiders en bedienden, met name over de carensdag en de opzegvergoedingen. Ik vind dat het compromis evenwichtig en redelijk is. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten, er is nog veel werk aan de winkel.
Vorige week waren er al sommigen die niet meer geloofden in een compromis en al helemaal niet meer in het sociaal overleg. De regering heeft aangetoond dat dat volgehouden geloof in het sociaal overleg toch nog altijd tot resultaten kan leiden.
Ik vind het compromis evenwichtig en redelijk. De carensdag (de eerste niet betaalde ziektedag bij nog heel wat arbeiders) wordt nu voor iedereen afgeschaft, maar anderzijds heeft men hieraan een controlemechanisme gekoppeld, dat misbruiken moet voorkomen. De opzegtermijnen en opzegvergoedingen zijn een compromis tussen de laagste en de hoogste en de opzegperiode worden meer activerend (onder vorm van het recht op outplacement dat wordt veralgemeend vanaf het 7° jaar anciënniteit en dat de sectoren afspraken kunnen maken om 1/3 van de opzegperiode of opzegvergoeding activerend te maken). Deze visie op activering is een sleutelelement in het compromis en een stap vooruit in de modernisering van onze arbeidsmarkt. Het is namelijk de bedoeling dat mensen die ontslagen worden zo snel mogelijk opnieuw aan het werk geraken.
Het werk is echter nog niet af. Het compromis moet nog worden omgezet in wetteksten en liefst zo snel mogelijk. Verder moeten nog een aantal andere elementen voor een totaaloplossing worden afgesproken. Voor de zaken die nog moeten afgesproken worden over tijdelijke werkloosheid, vakantie, proefperiode, aanvullend pensioen,… pleit ik ervoor om de ingeslagen weg van de redelijkheid en het evenwicht verder te blijven bewandelen zodat alle werknemers en werkgevers op 1 januari 2014 op dezelfde, correcte en redelijke arbeidsrelatie kunnen terugvallen.
