28-10-2015
Ik ben tevreden met de resultaten van het aantal aanwezigheidsregistraties op bouwwerven tussen 1 januari en 19 juni 2015. Uit een antwoord van staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude Bart Tommelein blijkt dat het over bijna 9 miljoen registraties ging in die periode. Een evaluatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) wees uit dat het grote aantal registraties niet enkel een beter zicht geeft op welke personen en (onder)aannemers op een werf aanwezig zijn, maar ook leidt tot betere detectie van sociale dumping en een grotere pakkans.
Sinds 1 april 2014 geldt er een verplichting tot aanwezigheidsregistratie voor iedereen die activiteiten uitvoert op bouwwerven vanaf 800.000€, dit om een antwoord te bieden op problemen zowel met betrekking tot illegale arbeid en sociale dumping als met de veiligheid op bouwwerven.
Het aantal vaststellingen van inbreuken of onregelmatigheden met een ernstige indicatie voor sociale dumping is bovendien toegenomen met 13% en het aantal vaststellingen van dergelijke inbreuken bij gecontroleerde ondernemingen met 5%. “De sociale partners zijn ook tot een akkoord gekomen om de drempel naar 500.000€ te verlagen met als geplande uitvoeringsdatum 1 januari 2016. Dat vinden wij een stap in de goede richting”, aldus Nahima Lanjri.
Uit de gegevens blijkt bovendien dat sommige werkgevers die niet verplicht waren om hun werknemers te registreren, dat toch deden om bijvoorbeeld niet telkens het drempelbedrag te moeten controleren en gebruik te kunnen maken van de fiscale voordelen voor overuren. Werkgevers in de bouwsector die op vrijwillige basis gebruik maken van de aanwezigheidsregistratie op bouwwerven kunnen ook anderen over de streep trekken.
Nahima Lanjri: “Het is goed dat er 9 miljoen vaststellingen zijn op een half jaar tijd en dat we een verhoging van de pakkans vaststellen. Het blijft echter nodig om ook controles op de werven te doen want nu hebben we enkel zicht op wie wel geregistreerd wordt. Als niet alle aanwezige werknemers effectief geregistreerd worden, dan kan je daar enkel zicht op krijgen door vaststellingen ter plaatse. Bijkomende controle door de sociale inspectie blijft dus een must.”
Lees hier mijn vraag en het antwoord van de staatssecretaris (p. 32-34).
