Als Kamerlid diende ik een wetsvoorstel dat ouders van levenloos geboren kinderen na een zwangerschapsduur van minimaal 140 dagen (20 weken) de mogelijkheid geeft om moederschapsrust en geboorteverlof op te nemen. Ook het rouwverlof bij het verlies van een kind wil ik verlengd zien van 10 tot 20 dagen.

In Vlaanderen eindigen 6 op 1.000 zwangerschappen in de geboorte van een levenloos kind na minstens 22 weken. Voor wie vandaag bevalt na een zwangerschapsduur korter dan 180 dagen (26 weken) is er geen enkele vorm van ondersteuning voorzien. Ze krijgen geen moederschapsrust en de partners ook geen geboorteverlof. Ouders die hun kindje verliezen kunnen in dat geval na de bevalling enkel terugvallen op het ziekteverlof, terwijl men uiteraard niet ziek is. Het gaat hier wel degelijk om een bevalling van een stilgeboren kindje, en geen miskraam, zoals soms wordt gedacht. De fysieke en mentale impact van een bevalling van een stilgeboren kind is erg groot. Het is belangrijk dat moeders de nodige tijd en ruimte krijgen, zeker en vast in die eerste weken. Ouders lijden door deze gebrekkige regeling ook inkomensverlies, omdat de ziekte-uitkering gevoelig lager ligt dan een uitkering voor moederschapsrust en geboorteverlof. Ze worden daarbovenop niet erkend als ouders.

Daarom diende ik een voorstel in om ouders van levenloos geboren kinderen na een zwangerschapsduur van minimaal 140 dagen (20 weken) de mogelijkheid te geven – maar zonder verplichting – om moederschapsrust en geboorteverlof op te nemen. Daarnaast wordt ook het rouwverlof bij het verlies van een kind uitgebreid van 10 naar 20 dagen.

Het voorstel bouwt voort op een resolutie van voormalig senator voor cd&v Maud Vanwalleghem. Het doel van deze resolutie was om in kaart te brengen op welke manieren de ondersteuning van ouders die een perinataal verlies lijden verbeterd kon worden. De resolutie kwam tot stand in nauwe samenwerking met lotgenoten en middenveldorganisaties. Vanwalleghem juicht dan ook toe dat verder met deze voorstellen aan de slag wordt gegaan, in het belang van zovele ouders op één van de kwetsbaarste momenten in hun leven.

De impact van zo’n groot en fundamenteel verlies als dat van je eigen kind, mag niet onderschat worden. Het rouwproces waar ouders doorgaan is intens en zwaar. Onze samenleving biedt niet altijd de nodige erkenning en ondersteuning. Dat wil ik veranderen.

Eerdere voorstellen

In het verleden breidde ik het rouwverlof bij het verlies van een kind al uit van drie naar tien dagen.

Sinds 2019 krijgt men na een zwangerschap van minimaal 140 dagen de mogelijkheid om het kindje aan te geven op de burgerlijke stand, om een akte van een levenloos geboren kind te laten opmaken, het kindje een voornaam te geven en kan het kindje begraven of gecremeerd worden. Moederschapsrust en geboorteverlof is vandaag voorzien na een zwangerschapsduur van 180 dagen.

Link naar artikel in De Zondag

Link naar wetsvoorstel

Link naar Senaatsresolutie