4-06-2021 - Onlangs steunden we een wetsontwerp dat er ondermeer voor zorgt dat zelfstandigen een eerlijker pensioen krijgen.  Na het verhogen van de minimumpensioenen en het optrekken van de inkomensgarantie voor ouderen (IGO), zetten we hiermee belangrijke stappen vooruit om de pensioenstelsels van zelfstandigen en werknemers verder te harmoniseren. Dit wetsontwerp komt zowel de werknemers als zelfstandigen ten goede. Ik ben dan ook blij dat we met dit initiatief de gemaakte beloftes uit het Regeerakkoord kunnen nakomen.

Ten eerste zal het loonplafond voor de pensioenberekening voor werknemers en zelfstandigen door deze wetswijziging worden verhoogd. Ik heb hier in het verleden al meermaals op aangedrongen dus ik ben heel blij dat dit nu wordt opgetrokken. Het loonplafond zorgt ervoor dat wanneer het totale loon dat iemand per jaar verdient hoger is dan dit plafondbedrag, het loon dat wordt meegerekend in de pensioenberekening beperkt wordt tot dit loonplafond. Het principe ‘meer loon is gelijk aan meer pensioen’ gaat dus op tot aan het bereiken van het loonplafond. Door het verhogen van het plafond, zal men in verhouding wat meer pensioen kunnen krijgen voor de bijdragen die men doet. Concreet gaat het om vier opeenvolgende verhogingen waardoor het loonplafond met 9,86% verhoogd wordt tegen 2023.

Werknemers en zelfstandigen zullen zo meer pensioenrechten kunnen opbouwen in verhouding tot de bijdragen die ze betalen. Een sterker wettelijk pensioen is ook een belangrijke verwezelijking in de strijd tegen armoede. Dit is zeker het geval voor ouderen die geen of amper aanvullende pensioenrechten hebben opbouwd. Ook het solidariteitsbeginsel, dat aan de basis ligt van ons pensioenstelsel, wordt door deze maatregel versterkt. Op termijn zullen alle gepensioneerden er dan ook op vooruit gaan.

Vervolgens wordt de zogenaamde “harmonisatiecoëfficiënt” bij de berekening van het pensioen voor zelfstandigen afgeschaft. Het is ook niet meer dan logisch dat die correctiecoëfficiënt verdwijnt gezien de sociale bijdragen tussen werknemers en zelfstandigen ongeveer gelijk werden getrokken. De pensioenen van zelfstandigen worden voortaan dan ook op een vergelijkbare manier berekend als deze van werknemers. De afschaffing van de harmonisatiecoëfficiënt zorgt ervoor dat zelfstandigen vanaf 2022 eenzelfde pensioen verwerven als werknemers met hetzelfde inkomen. Dit is een nodige en rechtvaardige evolutie.

Een zelfstandige met een jaarinkomen van 30.000 euro zal daardoor jaarlijks minstens 123,38 euro extra pensioenrechten opbouwen. Toegepast op een loopbaan van 45 jaar geeft dit een verhoging van het pensioen met 5552,10 euro op jaarbasis ofwel een verhoging van 462,67 euro per maand. Zo zorgen we ervoor dat ondernemers ook een sterk wettelijk pensioen krijgen en zonder risico om in armoede terecht te komen.

Dit zijn alvast belangrijke stappen in de goede richting. Ik kijk uit naar de verdere pensioenhervorming die we in het najaar zullen bespreken waarbij we werk kunnen maken van de pensioenrechten voor o.a. onthaalouders, meewerkende echtgenoten en een  minimumpensioen van 1500 euro netto per maand voor iedereen met een volledige loopbaan.