Wouter Beke in De Standaard: Geen ruk naar rechts, wel de blik vooruit

25-11-2014

25-11-2014

Nee, het verhaal van CD&V verhardt niet, wel integendeel, zegt Wouter Beke. Want de ingrepen die de regering doet, zijn net nodig om de verzorgingsstaat in stand te houden. Een failliete overheid, dat is pas een garantie voor een kille samenleving.

Dries Deweer vroeg gisteren in deze krant of het discours van CD&V verhardt (DS 24 november) . Iets meer dan een jaar geleden organiseerden we over dat discours het grote Innesto-congres, het orgelpunt van een intern debat dat begonnen was na de gemeenteraadsverkiezingen. We vertrokken vanuit een centrale vraag: hoe kunnen we mensen zekerheid geven in een wereld in volle verandering? Een verandering die oude zekerheden op de helling zet.

Dat vraagt om keuzes, niet alleen gericht op de korte termijn, maar ook voor de verdere toekomst. Zo kunnen we mensen opnieuw perspectief geven. CD&V blijft de partij die gelooft in overleg, in dialoog, in een Rijnlandmodel dat economie en sociale bescherming verzoent. Maar om die verworvenheden te behouden, moeten we moed tonen en keuzes durven te maken. Het moedige midden, jawel.

 

Hakbijl over vijf jaar dan?

In dat opzicht vind ik het vreemd dat begrotingsdiscipline wordt beschouwd als een teken van een kille samenleving. Wie zijn kinderen later nog iets wil meegeven, weet dat hij vandaag niet al het geld over de balk moet gooien. Dat geldt ook voor de overheid. Een failliete overheid, dat is de garantie op een kille samenleving. Als we vandaag de rekeningen niet op orde zetten, tekenen we voor een hakbijl over vijf jaar. Een privatisering van de pensioenen en gezondheidskosten, waarbij alleen wie het kan betalen nog de juiste steun krijgt, daar passen wij voor.

En ja, wij geloven dat we mensen zo veel mogelijk aan de slag moeten krijgen, want zo zijn er meer schouders om onze sociale zekerheid te dragen. Maar wie zijn job verliest, laten we niet in de steek. Want wie een tegenslag incasseert, heeft dat vaak helemaal niet aan zichzelf te danken. Het recht op een werkloosheidsvergoeding blijft dus onverkort. En de eventuele invoering van een gemeenschapsdienst moet dan wel helpen mensen aan het werk te krijgen.

Ik ben me ervan bewust dat de hervormingen die we doorvoeren, ook van gezinnen en verenigingen een inspanning vragen. Al liggen die inspanningen niet hoger of lager dan onder de vorige regering. Gert Peersman stelde onlangs nog in deze krant dat het regeerakkoord dichter bij het verkiezingsprogramma van CD&V en SP.A ligt, dan bij dat van de rechtse partijen (DS 14 oktober) . Het gecreëerde beeld van een hardvochtig beleid lijkt dus niet te kloppen, maar wordt wel gretig verspreid.

We gaan de volgende vijf jaar besparen, dat kan en wil ik niet tegenspreken. Zo'n 2 miljard op Vlaams niveau, een kleine 11 miljard op federaal vlak. Maar tegelijkertijd geven we de komende jaren ook extra geld uit voor sociaal beleid. Zo'n 2 miljard op Vlaams niveau, een kleine 11 miljard op federaal vlak. We laten de budgetten iets minder snel groeien, maar ze blijven groeien. En ze groeien zelfs sneller dan onder de vorige minister, Laurette Onkelinx (PS). We trekken via de welvaartsenveloppe 1,6 miljard euro uit voor de verhoging van de pensioenen en uitkeringen. Dat is ongezien in tijden van grote besparingen.

CD&V blijft een overtuigd aanhanger van sociaal overleg. Federaal neemt Kris Peeters daarin het voortouw. Maar het is ook aan de sociale partners om zelf die rol te willen opnemen. Als zeggenschap over de besteding van de welvaartsenveloppe, om de pensioen en uitkeringen te verhogen, niets voorstelt, dan vraag ik me af wat wel belangrijk is. Het sociaal overleg kan alleen blijven bestaan als de partners ook kiezen voor dialoog en niet alleen voor confrontatie. Ik hoop dat degenen die in het verleden bewezen hebben dat ze op die manier tot akkoorden kunnen komen, de komende weken en maanden weer vanuit die inspiratie vertrekken.

 

Vijf jaar voor de tax shift

We willen er geen doekjes om winden: CD&V had liever tijdens de onderhandelingen de lasten op arbeid nog wat meer laten zakken. Om dat haalbaar te maken zonder de begroting in het rood te duwen, wilden we verder gaan met eentax shift. Minder lasten voor wie werkt, en wat meer voor wie heel veel geld heeft, wie vervuilt en wie verbruikt. In eerste instantie door de gaten en achterpoortjes in ons belastingstelsel te dichten. Dietax shift is vandaag nog geen realiteit, maar maakt wel integraal deel uit van het regeerakkoord. En we hebben nu vijf jaar om daar doordacht werk van te maken.

Vijf jaar, ik zeg het niet zonder reden. De Vlaamse regering is aan de slag sinds 25 juli, de federale trad aan op 11 oktober. Beide zijn dus pas uit de startblokken geschoten. Ik heb veel begrip voor de bezorgdheden die er zijn, voor de onrust zelfs. Het is onze taak telkens weer uit te leggen wat we doen, en waarom we het doen. Mocht ik niet voor de volle 100 procent overtuigd zijn dat dit beleid is wat Vlaanderen en dit land nodig hebben, ik zou het nooit verdedigen. Het is in grote mate de vertaling van ons verkiezingsprogramma, van wat CD&V heeft vooropgesteld tijdens Innesto. Geef ons de kans dat te bewijzen, de volgende vijf jaar.

 

Wouter Beke