Welzijn en zorg is en blijft grote prioriteit.

05-05-2014

05-05-2014

CD&V gaf aan de uitbouw van de gezins- en welzijnssector de voorbije legislatuur grote prioriteit. Ondanks de budgettaire krapte en de besparingen zijn de investeringen in welzijn en  zorg met 900 mio euro extra of met 30% gestegen. Een dergelijk perspectief van de uitbreiding van het aanbod was natuurlijk ook het uitgelezen moment om een aantal grote veranderingen in de organisatie van het aanbod door te voeren en te evolueren naar meer zorg op maat. Het is niet overdreven te stellen dat haast geen enkel aspect van het Vlaamse welzijns-, en gezinsbeleid onaangeroerd is gebleven.

In alle welzijnssectoren werd het aanbod sterk uitgebreid, tegelijkertijd ook structureel hervormd

KINDEROPVANG

1)      114 mio euro extra = 20.000 nieuwe plaatsen

We hebben de capaciteit aan kinderopvang waar ouders een bijdrage betalen volgens hun inkomen, fors uitgebreid. In totaal zijn er deze legislatuur 20.000 plaatsen bij gekomen waar ouders volgens hun inkomen betalen. Voor de uitbreiding van de kinderopvang werd er vanaf 2009 maar liefst  114 miljoen euro extra geïnvesteerd. Daarbij werd er alle prioriteit gegeven aan het verbeteren van de levensvatbaarheid van de zelfstandige kinderopvang, 80 miljoen euro werd voor die sector gereserveerd. Tevens werd er deze legislatuur 59.644.056 euro (73 projecten) vrijgemaakt voor infrastructuursubsidies in de kinderopvang. 16 kinderopvanginitiatieven kregen de kans om een centrum voor inclusieve kinderopvang te beginnen, waar ook kinderen met een specifieke zorgbehoefte terecht kunnen. 

2)      Het decreet kinderopvang van baby’s en peuters

We hebben met het decreet een duidelijk doel voor ogen: tegen 2016 is er voor 50% van de kinderen die een behoefte hebben, een plaats in de kinderopvang. Tegen 2020 is dat voor alle kinderen. Vandaag zitten we in Vlaanderen al aan 52%. Tegen 2020 moeten er naar schatting nog 25 000 plaatsen bijkomen.

PERSONEN MET EEN HANDICAP

1)      146 mio euro extra en 45.000 zorgvragen afgesloten

In deze legislatuur realiseerden we met een investering van 146 miljoen extra een stevige budgettaire groei om nieuw beleid in de sector personen met een handicap mogelijk te maken. Van dat budget ging 80% naar effectieve uitbreiding en dus zorg en ondersteuning voor 4.500 extra personen. Het overige deel van het budget wordt ingezet voor de kwalitatieve versterking van het aanbod voor de mensen met de zwaarste en meest complexe zorgvragen. Deze legislatuur (tot 31 januari 2013) werden al 45.000 zorgvragen afgesloten. Naast het meerjarenbudget werd er deze legislatuur ook 123.033.961 euro (160 projecten) vrijgemaakt voor infrastructuursubsidies.

2)      Decreet persoonsvolgende financiering

Er is een tijd geweest dat het beleid veronderstelde dat mits voldoende groei van de budgetten voor de handicapspecifieke zorg, het fenomeen van de wachtlijst zou verdampen. We weten nu dat die visie niet juist is. Het werd hoog tijd om het roer om te gooien en voor een nieuw systeem te kiezen waar de persoon met een handicap centraal staat. In 2010 hebben we die verandering ingezet met het Perspectiefplan 2020, waarvan het decreet Persoonsvolgende financiering een feit is. Personen met een handicap krijgen dankzij het decreet zelf de sturing van hun zorg in handen. Elke persoon met een erkende handicap krijgt voortaan een basisondersteuningsbudget. Personen met een handicap die meer ondersteuning nodig hebben –intensiever, frequenter, gespecialiseerder- dan wat gerealiseerd kan worden met het basisondersteuningsforfait en het rechtstreeks toegankelijke aanbod, zullen een gepersonaliseerd aanbod van ondersteuning kunnen organiseren. 

OUDERENZORG

1)      11.559 extra woongelegenheden

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg voorspelt dat we in dit land in de periode 2010-2025 166.030 woongelegenheden moeten verwezenlijken. Voor Vlaanderen betekent dat een toename van 20.269 woongelegenheden tegen 2025, of 1.351 bijkomende woongelegenheden per jaar. Dat cijfer gaat uit van een invulling voor 50% van de vereiste zorg door de thuiszorg. Wanneer de thuiszorg die 50% niet kan waarborgen, zal dat een grotere aangroei van de residentiële ouderenzorg nodig maken. De voorbije legislatuur hebben we een jaarlijks gemiddelde groei van 1.475 woongelegenheden (woonzorgcentra + centra voor kortverblijf) aangehouden en zitten we dus op schema voor een realistisch aanbod. (Voor de duidelijkheid, de zorgkost wordt tot aan de zesde staatshervorming door het RIZIV gefinancierd).

In deze legislatuur nam het bestaand aanbod in woonzorgcentra met 6.479 woongelegenheden, 900 woongelegenheden in centra voor kortverblijf en 4.180 woongelegenheden in groepen van assistentiewoningen toe.

Vlaanderen heeft in deze legislatuur meer dan 682 miljoen euro investeringssubsidies ingezet om bestaande rustoorden de mogelijkheid te geven de omslag te maken naar moderne woonzorgcentra en om nieuwe woongelegenheden op te starten.

Ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, daarom zetten we ook in op alternatieve vormen van wonen. Een paar voorbeelden: Op 1 januari 2008 waren er 101 dagverzorgingscentra over 78 gemeenten en op 1 januari 2014 waren er 195 dagverzorgingscentra over 145 gemeenten. Dat is bijna een verdubbeling van het aantal dagverzorgingscentra.

In de gezinszorg steeg het aantal subsidieerbare uren van 16,2 miljoen in 2008, naar 17,3 miljoen euro in 2013. De gestage groei van die basiszorg houden we in 2014 aan met een uitbreiding van 1,7%. De aanvullende thuiszorg kende in 2012 al een groei met 26 voltijdse medewerkers.

De groei van het aantal lokale dienstencentra, de oppasdiensten, de gastopvang hebben we al vermeld. Ook de diensten maatschappelijk werk groeien jaarlijks met ongeveer 2%.

JONGERENWELZIJN

1)      Verdubbeling van de capaciteit thuisbegeleiding sinds 2006

Sedert het begin van deze legislatuur hebben we het mobiele aanbod aanzienlijk uitgebreid. De capaciteit thuisbegeleiding binnen Jongerenwelzijn werd met 540 plaatsen verhoogd. De capaciteit begeleid zelfstandig wonen werd met 80 plaatsen verhoogd. De ambulante en mobiele plaatsen werden tijdens deze legislatuur dus met 620 plaatsen uitgebreid. Tijdens de vorige legislatuur werd die capaciteit al met 554 plaatsen verhoogd. Dat betekent dat die capaciteit de voorbije jaren verdubbelde, van ruim duizend capaciteitseenheden thuisbegeleiding in 2006 naar meer dan tweeduizend momenteel. Tijdens deze legislatuur werd er 24.745.627 euro vrijgemaakt voor infrastructuur. We zetten ook in op alternatieve projecten. Zo werd bv. begin 2014 een uniek samenwerkingsproject gelanceerd voor de behandeling van meisjes tussen 14 en 20 jaar met ernstige gedrags- en/of emotionele problemen.

2)      Grootste hervorming in 20 jaar

In deze legislatuur werd met een nieuw decreet op de integrale jeugdhulp de grootste hervorming in 20 jaar jeugdzorg ingezet. Daarbij dragen we de participatie van gebruikers hoog in het vaandel en maken we actief werk van meer zorg op maat.

Wat stelt CD&V voor in de toekomst?

Goed beseffend dat de toekomst van de zorg, gezien de budgettaire context, moeilijke keuzes vergt over verschuiving van middelen en doortastende hervormingen, blijven we geloven in een solidair zorgsysteem voor alle lagen en groepen van de bevolking. We pleiten voor een collectief en solidair verzekeringsmodel zowel op het federale als het Vlaamse niveau. Voor Vlaanderen zetten we in op de Vlaamse Sociale Bescherming, een universele Vlaamse Volksverzekering. Ze bevat tegemoetkomingen, persoonlijke bijdragen voor diensten aan het gezin, in welzijn en zorg. Ze vertrekt vanuit een visie van versterking van de cliënt en geeft prioriteit aan thuiszorg, preventie en het verhogen van de zelfredzaamheid. De rechten worden zoveel mogelijk automatisch toegekend.

We voorzien een verder groeipad voor zorg in Vlaanderen: Volgende drie zaken moeten samen  gelezen worden.

1.    Er is de meerjarenbegroting van minister Muyters, met evolutie constante parameters: 450 mio euro. Daarmee kunnen we voldoen aan constante kostendrijvers Vlaams niveau zoals weddedriften , index, verdere evolutie zorgverzekering, animatiewerking, gezinszorg

2.    Er is een extra enveloppe van 750 mio euro. Daarmee kunnen we de uitrol van het decreet persoonsvolgende financiering in de sector personen met een handicap doorvoeren, de uitrol van het decreet Kinderopvang doorvoeren en aanbodsuitbreiding in de jeugdhulp realiseren

3.    Er zijn dan ook nog de overgedragen bevoegdheden in het kader van de zesde staatshervorming, met aparte groeiparameters. Een in totaal van 7,5 mia euro extra in 2015, groeiend tot 8,6 mia euro in 2019. Daarmee kunnen we tegemoetkomen aan de inschattingen in het kader van de Bijzondere Financieringswet van de behoeften van de diverse overgedragen bevoegdheden door de zesde staatshervorming (vb. de evolutie van het budget kinderbijslag aan 0-18 jarigen, de evolutie van het budget voor ouderen: 80-plussers).

Het extra budget van 750 mio euro wordt gecompenseerd op de globale besparingsinspanning die in het sociaal-economisch plan van CD&V wordt voorgesteld ten behoeve van 2 mia euro op de Vlaamse uitgaven. Dat is een inspanning die vergelijkbaar is met de besparing die we deze legislatuur hebben gedaan tijdens de eerste 2 jaren. Vermits de Vlaamse budgetmassa door de zesde staatshervorming toeneemt van 28 miljard euro tot 38 miljard euro moet deze inspanning opnieuw haalbaar zijn. Daarnaast wordt op Vlaams niveau een investeringsplan voor economie en innovatie, onderwijs, mobiliteit, milieu en zorg voorzien van 2,7 miljard euro bovenop constant beleid. De zorginvesteringen zullen daarin hun plaats krijgen.