Wat u moet weten over uw pensioen

De voorbije weken kregen we als parlementsleden van de CD&V heel wat vragen over het nieuwe regeerakkoord en over wat de regering nu juist van plan is met onze pensioenen. Daarom geven we hierbij een overzicht van de meestgestelde vragen en het antwoord daarop.

Minimumpensioen van 1.500 euro

1. Wie komt er in aanmerking voor een minimumpensioen vandaag?

  • Nu heeft u recht op een minimumpensioen als u een loopbaan van minstens 30 jaar hebt waarvan elk van die loopbaanjaren minstens 208 dagen telt.
  • Er wordt onderzocht of hier een bijkomende voorwaarde van een aantal jaren effectieve tewerkstelling zal worden aan toegevoegd. Voor CD&V is het van belang dat vrouwen, die vaak deeltijds werkten om de zorg voor het gezin op te nemen, hier geen nadeel van ondervinden. 

2. Minimumpensioen van 1.500 euro. Is dit netto of bruto?

  • In het regeerakkoord stelt men duidelijk dat het minimumpensioen geleidelijk zal worden opgetrokken richting 1.500 euro netto voor een volledige loopbaan. Het gaat hierbij over het pensioenbedrag voor een alleenstaande.  Momenteel bedraagt dat 1.236,55 euro, terwijl een gezinspensioen 1.545,20 euro is.  Beide bedragen zullen dus verder optrokken worden.

3. Wanneer zullen de minimumpensioenen 1.500 euro bedragen?

  •  Het minimumpensioen zal geleidelijk worden opgetrokken. De regering zal hier tot 2024 naartoe werken.

4. Hoe lang dient je loopbaan te zijn om effectief 1500 euro te bedragen?

  • Het bedrag van 1.500 euro geldt voor wie een volledige loopbaan van 45 jaar heeft. Deze 45 jaar betreffen zowel de effectief gewerkte periodes als de gelijkgestelde periodes. Dit bedrag wordt pro rata berekend in functie van de loopbaan. Dit wil zeggen dat wanneer je bijvoorbeeld een loopbaan hebt van 40 jaar je aanspraak zal kunnen maken op een minimumpensioen van 40/45e van 1.500 euro. Dat komt dan neer op een bedrag van 1.333 euro. 

5. Geldt dit ook voor zelfstandigen?

  •  Ja. Het minimumpensioen zal worden verhoogd voor zowel werknemers, zelfstandigen als ambtenaren. 
     

6. Wat zijn de gelijkgestelde periodes?

  • Dat zijn periodes waarin iemand niet werkt, maar die voor de pensioenberekening wel meetellen alsof hij of zij wel aan de slag was en sociale bijdragen betaalde.
    Het gaat om periodes van:

    • Deeltijds werken met behoud van rechten
    • Onvrijwillige werkloosheid
    • Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)/brugpensioen
    • Pseudo-brugpensioen (Canada Dry-pensioen)
    • Ziekte en invaliditeit
    • Inactiviteit door handicap
    • Inactiviteit door arbeidsongeval of beroepsziekte
    • Moederschapsverlof, vaderschapsverlof en adoptieverlof
    • Ouderschapsverlof (thematische verlof)
    • Palliatief verlof en verlof voor medische bijstand (thematische verlof)
    • Jaarlijkse vakantie
    • Staking
    • Perioden van militaire dienst of gewetensbezwaarde
    • Arbeidsbeperking wegens herverdeling van de arbeid zodat ‘pech’ niet nog eens afgestraft wordt met een lager pensioen.

 
7. Wat indien je geen recht hebt op het minimum pensioen? 

  • Dan kom je misschien wel in aanmerking voor een inkomensgarantie voor ouderen. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een uitkering voor 65-plussers die niet over voldoende financiële middelen beschikken.
  • U hebt recht op een IGO als u voldoet aan onderstaande voorwaarden:

    • Uw hoofdverblijfplaats is in België en uw financiële middelen bedragen per maand minder dan 1 154,41 EUR voor alleenstaanden of 769,61 EUR voor samenwonenden.
    • De Federale Pensioendienst bepaalt uw financiële middelen na een uitgebreid onderzoek naar de bestaansmiddelen (pensioenen, beroepsinkomsten, sociale uitkeringen, onroerende goederen, geld…) waarover u beschikt binnen uw gezin. 

Zelfstandigen 

8. Hoe zit het met de gelijkschakeling  van de pensioenen tussen werknemers en zelfstandigen?

  • De correctiecoëfficiënt die gebruikt wordt voor de berekening van het zelfstandigenpensioen zal worden afgeschaft. Dit zal zelfstandigen in staat stellen om op dezelfde manier een pensioen op te bouwen als de werknemers. De huidige ongelijkheid zal dus worden weggewerkt.

Deeltijds pensioen

9. Wat is het deeltijds pensioen?

  • Voor een gewone werknemer is de wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar tenzij je in een bijzonder stelsel hebt gewerkt, zoals mijnwerkers, zeevarenden of vliegend personeel van de burgerluchtvaart. Als gewone werknemer kan je ten vroegste op 60 met pensioen gaan, afhankelijk van je leeftijd en je loopbaan.

    Ben je geboren vóór 1 januari 1956 en voldoe je net niet aan de voorwaarden, dan kan je toch vervroegd met pensioen op 62 jaar na een loopbaan van 37 jaar.

    Wanneer je op een bepaald ogenblik voldoet aan de voorwaarden om je vervroegd pensioen op te nemen, maar je pensioen nog wat uitstelt kan je ervoor opteren om  deeltijds te blijven werken en daarnaast al de helft van je pensioenuitkering ontvangen. Pensioenrechten worden intussen verder opgebouwd tot je volledig stopt met werken. 

10. Komt het deeltijds pensioen in de plaats van de reeds bestaande loopbaanregelingen?

  • Neen, het wordt een extra optie voor zowel werknemers, zelfstandigen als ambtenaren die voldoen aan de voorwaarden om vervroegd op pensioen te gaan.
     

Vervangingsratio 

11. Ik heb steeds mijn deel bijgedragen waardoor ik nu reeds een pensioen geniet hoger dan 1.500 euro . Maar het lijkt me niet eerlijk dat enkel de laagste pensioenen worden verhoogd en niet de mijne?

  • Ook dat wordt verhoogd. Het verschil tussen het laatst verdiende loon en pensioen zal worden verkleind.
  • Als het totale loon per jaar hoger ligt dan een bepaald plafondbedrag, dan wordt dit loon geplafonneerd in de pensioenberekening. Aangezien we de minimumpensioenen doen stijgen, laten we ook dit plafondbedrag stijgen zodat dit gelijke tred houdt met de loonstijgingen.

Pensioenbonus 

12. Ik voldoe aan de voorwaarden om vervroegd met pensioen te gaan. Maar ik zou graag nog wat langer werken of wat meer pensioenrechten opbouwen. Kan ik hiervoor worden gecompenseerd?

  • Ja. De filosofie is steeds om werken te belonen. Daarom wordt wie voldoet aan de voorwaarden om op vervroegd pensioen te gaan een pensioenbonus toegekend indien men langer blijft werken. Dit voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.

Aanvullend pensioen

13. Komt er een veralgemening van het aanvullend pensioen?

  • Ja. CD&V pleitte steeds voor een veralgemening en een versterking van de tweede pensioenpijler. In het regeerakkoord werd nu beslist dat er wordt bekeken hoe zo snel mogelijk elke werknemer gedekt kan worden door een aanvullend pensioenplan met een bijdrage van minstens 3% brutoloon. 

14. In wat investeren de verzekeraars en pensioenfondsen?

  • We moedigen de verzekeraars en pensioenfondsen aan om minder te beleggen in sectoren die schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid en meer in investeringen die de energietransitie aanmoedigen.

15. Wat met de instap- en beheerskosten?

  •  Ook hier zal worden nagegaan hoe deze kosten kunnen verminderd worden, onder meer door administratieve vereenvoudiging en automatisering. 

Pensioensplit 

16. Ik heb voor enkele jaren de zorgtaken in het gezin op mij genomen zodat mijn echtgenoot zich zou kunnen toeleggen op zijn loopbaan. Hierdoor heb ik minder pensioenrechten kunnen opbouwen. We zijn nu gescheiden en nu heb ik een zeer laag pensioen. Kan hier niets op gevonden worden?

  • CD&V is al jarenlang grote pleitbezorger van de pensioensplit zodat bij een echtscheiding de partner (nog steeds meestal de vrouw) die een deel van de eigen loopbaan opzij zette om zorgtaken op te nemen en daardoor minder pensioenrechten opbouwde, kan rekenen op een deel van de pensioenrechten van de partner voor de periode dat men gehuwd was, zodat ook zij een voldoende hoog pensioen kunnen krijgen. 

Weduwepensioen 

17. Ik wil werken. Maar, het is voor mij als weduwe voordeliger om mijn volledige uitkering te krijgen dan om te gaan werken en een deel uitkering te verliezen. Dit kan toch niet de bedoeling zijn?

 

  •  Neen, dit kan inderdaad niet de bedoeling zijn. In 2015 werd het overlevingspensioen hervormd. Jonge weduwen (jonger dan 47 jaar en 6 maanden) krijgen niet langer een overlevingspensioen maar gedurende 12 of 24 maanden (afhankelijk van de kinderlast) een overgangsuitkering.

    Oudere weduwen ontvangen een overlevingspensioen. Naast die uitkeringen mag ook bijverdiend worden. Helaas doen weduwen die aan de slag gaan vaak een nadeel doordat ze een groter deel van hun uitkering verliezen dan ze verdienen aan loon, waardoor het voordeliger is om niet te werken en de volledige uitkering te ontvangen. Daarom zullen we dit hervormen en daarbij zal rekening gehouden worden met de kinderlast.

9-10-2020