Op 25 juli is de uitbreiding van het rouwverlof officieel ingegaan. Wie een partner of kind verliest heeft voortaan recht op 10 in plaats van 3 dagen rouwverlof (klein verlet/omstandigheidsverlof). Dit geldt zowel voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen. Bovendien krijgen ook pleegouders en -kinderen in het kader van langdurige pleegzorg nu het recht op rouwverlof. 

 
 
Of je nu al zelf geconfronteerd bent met een verlies van een naaste of niet, we voelen allemaal aan dat drie dagen bitter weinig is. Drie dagen zijn nauwelijks voldoende om de praktische zaken van de begrafenis te regelen. Laat staan dat er tijd zou zijn om de administratieve rompslomp die bij een overlijden komt kijken, te regelen.  Het verdriet om het verlies van je kind of partner is onnoemelijk groot en zwaar om dragen. Door de uitbreiding van het rouwverlof krijgen mensen de kans om even stil te staan bij hun verlies.
 
Op 17 juni werd mijn wetsvoorstel dat het rouwverlof uitbreid unaniem goedgekeurd in het parlement. Op 15 juli 2021 werd de wetswijziging die zorgt voor de uitbreiding van het rouwverlof gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De wetswijziging treedt 10 dagen na publicatie in werking. Echter, gezien de uitzonderlijke omstandigheden van de afgelopen weken, besliste de regering om ook 10 dagen rouwverlof toe te kennen aan wie een kind of partner verloor door de verwoestende overstromingen. 
 
Om andere nabestaanden niet te discrimineren, krijgen alle werknemers die de afgelopen 12 maanden (sinds 25 juli 2020) getroffen werden door het overlijden van hun partner of kind, recht op 10 dagen rouwverlof. Wie het afgelopen jaar slechts 3 dagen rouwverlof heeft opgenomen, kan dus nog zeven dagen extra opnemen. Deze dagen rouwverlof dienen te worden opgenomen binnen het jaar na overlijden van de dierbare. Nabestaanden die na de opname van 3 dagen rouwverlof ziekteverlof opnamen, komen niet in aanmerking om zeven extra dagen rouwverlof op te nemen.
 
We zetten hiermee een grote stap voorwaarts, maar dat wil niet zeggen dat we achterover kunnen leunen. Het werk is nog niet af. We kunnen en zullen verder de handen in elkaar moeten slagen om het leed van mensen die een dierbare verliezen wat te verzachten. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het verminderen van de administratieve last na het overlijden, de oprichting van een centraal infopunt, verbeteren van het weduwepensioen en de overgangsuitkering, een betere begeleiding van nabestaanden, en ook op de werkvloer moet er aandacht zijn voor het verwerken van dit verlies.