Vorig jaar keurden we een tijdelijke regeling goed voor de ondersteuning van het verenigingswerk. Onbelast bijverdienen als trainer of scheidsrechter in amateurvoetbal, dirigent in een jeugdkoor, begeleider van schooluitstappen, enz. kan immers niet meer als gevolg van de verwerping van deze regeling door het Grondwettelijk Hof. Voorlopig is deze tijdelijke regeling beperkt tot de sportsector. Een uitbreiding naar de socioculturele sector en amateurkunsten staat ook op de agenda maar laat (te) lang op zich wachten. Ik bevroeg de minister naar de stand van zaken over de uitbreiding. 

Begin januari vroeg ik minister Vandenbroucke al naar een mogelijke uitbreiding van de tijdelijke regeling. Hij stelde dat hij overleg pleegde met de sector van het sociaal-cultureel werk en de amateurkunsten. Zijn kabinet was in gesprek met de organisaties zowel aan Vlaamse als Waalse zijde. Deze uitbreiding zou er zo snel mogelijk komen.

Het is nu half maart en er is nog altijd geen regeling is voor de betreffende sector. Ik vroeg de minister naar de stand van zaken over de uitbreiding. De minister stelde dat er een vraag was vanuit de socioculturele sector om toe te treden tot de tijdelijke regeling. Tijdens de bespreking in de regering van dit resultaat werd echter gevraagd om te onderzoeken of de tijdelijke regeling bijkomend kan worden uitgebreid tot andere activiteiten, boven op de voorgestelde socioculturele activiteiten. 

De minister en zijn kabinet onderzoeken nu welke andere sectoren eventueel zouden kunnen toetreden tot de tijdelijke regeling. Ik drong erop aan om dit zo snel mogelijk af te ronden aangezien het anders de moeite niet meer zal zijn.

De tijdelijke regeling voor de ondersteuning van het verenigingswerk eindigt immers al op 31 december 2021. Tegen 2022 moet er een definitieve regeling worden uitgewerkt. Ik deed hierover al enkele voorstellen aan de minister die hij beloofde te onderzoeken.

Lees hier mijn tussenkomst en het antwoord van de minister (p.8).