24-02-2015
De voorbije dagen stonden de dienstencheque-ondernemingen in het oog van de storm, nadat volgens een onderzoek van het Minderhedenforum was gebleken dat liefst 2 op 3 dienstenchequebedrijven zich schuldig maakt aan discriminatie. De resultaten werden bekomen via een Mystery Calling bij 300 dienstencheque-ondernemingen.
|
62,5 procent van opgebelde bedrijven zocht meteen een poetshulp zonder migratieroots. Vijf procent stelt toch een kandidaat voor met een migratieachtergrond, echter drong niet aan als de klant het voorstel weigert. Ruim twee derde van de betrokken bedrijven zou dus meewerken aan discriminatie. |
CD&V veroordeelt discriminatie met klem. Dit is en blijft een actueel probleem dat oplossingen nodig heeft. Het Actieplan Bestrijding Arbeidsgerelateerde Discriminatie (ABAD), opgestart in 2007, moet opnieuw worden geactualiseerd en versterkt. Hierbij kan de Vlaamse overheid zijn anti-discriminatiebeleid uitbreiden naar nieuwe bevoegdheden zoals die van de dienstencheques.
Het antidiscriminatiebeleid begint voor CD&V nog steeds bij preventie en sensibilisering. Zo is het van belang om personeel goed op te leiden vooraleer ze aan de slag gaan. Consulenten van dienstenchequebedrijven moeten bijvoorbeeld leren omgaan met discriminerende vragen van klanten en moeten hun klanten daarover ook informeren. Als er dan toch sprake is van discriminatie dan dient er ingegrepen te worden met als eerste doel te remediëren wat er fout loopt. Het probleem moet verholpen worden en vermeden in de toekomst. Waar nodig moet er bestraft worden.
Om te achterhalen bij welke actoren de problematiek speelt, wil CD&V het instrument van de praktijktest, in casu ‘Mystery Calling’, gebruiken en verfijnen. Daarmee geeft CD&V uitvoering aan haar verkiezingsprogramma. CD&V wil daarom een convenant tussen de Vlaamse overheid en betrokken sectoren waaronder de dienstenchequesector. De sector moet daarbij instaan voor heel wat acties, waaronder een jaarlijks te herhalen Mystery Calling, op basis van gezamenlijk overeengekomen criteria. Over de resultaten van deze acties moet transparant gerapporteerd worden, o.m. in een jaarlijks verslag aan het Vlaams parlement. Deze problematiek kan en mag immers niet weggemoffeld worden.
Discriminatie is strafbaar en een goede handhaving is het sluitstuk van een sterk anti-discriminatiebeleid. De overheid, met name de sociale inspectie, heeft haar rol in de aanpak van discriminatie. Ze focust prioritair op de sectoren of bedrijven waar het probleem zich manifest stelt. In deze problematische gevallen moet de sociale inspectie optreden. Daarbij moet zij ook gebruik kunnen maken van het instrument van de ‘Mystery Calling’ om zo de bewijslast te kunnen opbouwen tegen overtreders.
Op dit moment focust de Vlaamse inspectie van het departement Werk & Sociale Economie slechts heel beperkt op het probleem van discriminatie. Zo gebeurden in 2013 slechts 2% van de inspecties (34 op 2.146) in het kader van een onderzoek naar arbeidsmarktgerelateerde discriminatie. CD&V wil dat de inspectie meer actie onderneemt op discriminatie te bestrijden.
Ook in andere domeinen moet een samenwerking tussen overheid en de betrokken sector de basis zijn voor een versterkt anti-disciminatiebeleid. Er bestaan reeds good practices bij o.m. de interimsector. Zo deed Federgon reeds systematisch onderzoek naar mogelijke discriminatie bij de uitzendsector, met gebruik van Mystery Calling.
CD&V pleit voor een ruimer integratiepact met de lokale besturen, sociale partners, media, onderwijspartners en verenigingen van mensen met een migratie-achtergrond waarbij ieder verantwoordelijkheid neemt om directe en indirecte discriminatie en racisme te bestrijden. Dit is zo voorzien in het Vlaams regeerakkoord.
Robrecht Bothuyne
Sonja Claes
Martine Fournier
Koen Van den Heuvel
Nahima Lanjri
