30-01-2015

‘Ik sta positief tegenover een uitbreiding van de duur en een aanpassing van de modaliteiten van beide verloven en ik zal onderzoeken in welke mate dit gerealiseerd kan worden.’ Dit antwoordde minister van Werk Kris Peeters op mijn vraag in de commissie Sociale zaken over de plannen van de regering in verband met de aanpassing van het adoptie- en pleegzorgverlof.

Vandaag de dag bestaan er grote verschillen in het adoptieverlof. Voor kinderen onder de drie jaar kan men zes weken opnemen. Voor kinderen tussen drie en acht jaar zijn dat vier weken. Voor kinderen ouder dan acht jaar kan men geen verlof opnemen. ‘Ook een kind dat ouder is dan acht jaar heeft hechting nodig met zijn nieuwe adoptieouders en dat vraagt tijd. Bovendien heeft men verlof nodig om enkele praktische en administratieve zaken in orde te brengen’, zegt Nahima Lanjri.

Ikzelf stel voor om het adoptieverlof voor iedereen op zes weken te brengen, wat vandaag dus geldt voor kinderen tot drie jaar. Budgettair zou dit zelfs geen grote meerkost betekenen. De laatste cijfers waarover ik beschik dateren van 2011, en die geven aan dat het gaat om nog geen miljoen euro op een bedrag van 607 miljoen euro aan uitgaven dat gebudgetteerd is in functie van de thematische verloven.

‘Ik meen dus dat deze vraag gerechtvaardigd is. Het gaat maar om een kleine groep van mensen, die even goed recht heeft op verlof op het moment dat zij een kind opvangen in hun gezin', argumenteert Nahima Lanjri, die hierover ook zelf een wetsvoorstel heeft ingediend. De bevoegde minister gaf  aan positief te staan tegenover een uitbreiding van de duur en aanpassing van de modalitieten en dat hij overleg zou plegen met zijn collega van Sociale Zaken en met de andere betrokken ministers in de regering.

Daarnaast stel ik voor om het pleegzorgverlof, dat vandaag vastligt op zes werkdagen voor één van beide pleegouders, uit te breiden. Ik vroeg me dan ook af of het niet mogelijk was of deze vorm van verlof aan beide pleegouders kon worden toegekend. Temeer omdat ze vaak samen moeten verschijnen bij bepaalde instanties, zoals de jeugdrechtbank. Op dit moment wonen er in Vlaanderen 5.046 kinderen of jongeren en volwassen met een beperking in een pleeggezin. Voor 500 kinderen wordt er jaarlijks zelfs geen pleeggezin gevonden.

Ik kaartte bij de minister ook een ander probleem aan (MV1672) waarmee pleegouders geconfronteerd worden. “Sinds dit jaar wordt aan ongemotiveerd tijdskrediet geen uitkering meer gekoppeld en telt  die periode ook niet meer mee voor het pensioen. Pleegouders gebruikten deze vorm van tijdskrediet vaak om voor hun pleegkinderen te zorgen. Dus staan ze nu in de kou.”  Minister van Werk, Kris Peeters, deelt deze bezorgdheid en heeft de opdracht gegeven aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg om een analysenota te maken waarin onderzocht wordt in welke mate een uitbreiding van het ouderschapsverlof (dat vier maanden bedraagt) voor pleegouders mogelijk is.

‘Deze mensen zetten zich in voor de voor de zorg van anderen, kinderen, volwassenen of gehandicapten. Men kan dit niet genoeg waarderen. Dit is een vorm van zorg met een enorme maatschappelijke meerwaarde’, aldus Lanjri. ‘Dit is een zeer beperkte maatregel, maar met een groot effect op het terrein. Indien nodig, kunnen wij ook in het parlement hiervoor de nodige initiatieven nemen’, besluit ze.