9-9-2021 - Op federaal niveau werken we volop aan een grondige evaluatie van het sui generis statuut van onthaalouders dan in 2003 in het leven werd geroepen. Op basis van deze evaluatie kan het statuut worden verbeterd. Zeker op het vlak van de pensioenrechten van de onthaalouders is er nog heel wat werk aan de winkel. Ook op het Vlaamse niveau onderneemt men initiatieven om de huidige situatie van onthaalouders te verbeteren. Zij startten een beperkt proefproject op om onthaalouders toegang te geven tot het werknmersstatuut. Maar hoe ver staat men ondertussen met het proefproject?

De vraag naar de uitwerking van een volwaardig werknemersstatuut voor aangesloten onthaalouders stelt zich al lang. De Vlaamse Regering keurde op 22 mei 2015 een beperkt proefproject goed, dat om de twee jaar telkens werd verlengd na een evaluatie.  Het proefproject met een beperkte groep onthaalouders die een werknemersstatuut kregen duurde twee jaar. Tijdens dit eerste proefproject (2015-2016) kregen een beperkt aantal (121,33 Voltijdse equivalenten) aangesloten onthaalouders:

1.           een volwaardig bedienden-statuut;

2.           met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur voor huisarbeid (cf. Art. 3 cao);
3.           het loon van de hoogste categorie van het nationaal gewaarborgd minimum maandinkomen (3e cat. GGMM van de NAR (cf. Art. 4 cao);
4.           een onkostenvergoeding van 30% van het bruto-maandloon (cf. art. 5 cao).
 
Dit proefproject werd na evaluatie een eerste keer verlengd voor de periode 2017-2018. In het kader van het sociaal overleg engageerden de Vlaamse Regering en de sociale partners zich in 2019 om het project opnieuw te verlengen met twee jaar, uit te breiden (meer kinderbegeleiders: een uitbreiding naar 314,13 voltijdse equivalenten op een totaal van ongeveer 4000 'alleenwerkende ' onthaalouders aangesloten bij een dienst), én te verbeteren. Zo ging men de tewerkstellingsbreuk anders berekenen (alleen kijken naar het aantal uren) en de loonvoorwaarden verbeteren (hoger minimumloon). Het nieuwe subsidiebedrag en de bijhorende subsidievoorwaarden waren een significante bijsturing. In die zin ging het om een nieuw project en nieuwe regelgeving. De kinderbegeleiders die op dat ogenblik al deelnamen aan het proefproject werken sinds 1 januari 2019 aan de nieuwe en verbeterde (loon)voorwaarden, tenzij ze zelf beslissen om uit te stappen (en dan terug te vallen op hun sui generis statuut). Kinderbegeleiders die instapten vanaf 1 april 2019 werkten meteen volgens de nieuwe en verbeterde (loon)voorwaarden.
 
De Vlaamse Regering besliste op 22 februari 2019 om een subsidie toe te kennen voor het proefproject werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang tot 1 april 2021. 2020 was echter vanwege COVID-19 een bijzonder jaar, dat niet als referentiejaar kon beschouwd worden in het kader van de geplande evaluatie. In die omstandigheden was de geplande evaluatie weinig zinvol. Daarom werd het proefproject opnieuw verlengd tot 2023.
 
Momenteel werken er 314 voltijdsequivalente onthaalouders in het werknemerstatuut.Vanaf 2022 zullen er nog 272 extra VTE’s  met het sui generis statuut kunnen instappen in het proefproject werknemersstatuut: 244 VTE’s uit de private sector en 27,77 VTE’s uit de publieke sector. In totaal zullen er op die manier 585,90 VTE onthaalouders-werknemers kunnen ingeschakeld worden vanaf 2022. De verlenging tot 2023 laat ook toe om de evaluatie van het proefproject af te stemmen op de federale evaluatie van het sui generis statuut.