Pleegzorg stimuleren doe je niet door pleegouders te sanctioneren

12-11-2013

12-11-2013 

Ik kaartte bij staatssecretaris Courard het probleem aan dat een pleegouder zijn of haar uitkering kan verliezen indien hij of zij  te veel "verdient" aan pleegzorg, nl. meer dan 1.307, 38 euro per jaar.  En ook moeders die in moederschapsrust zijn, zouden op dat moment geen pleegkinderen meer verzorgen. Dit is absurd en moet anders aangepakt worden want er zijn nu al te weinig pleegouders.  We kunnen ons niet permitteren om  er ook nog eens een heel aantal te zien afhaken. Integendeel, hun inzet voor de meest kwetsbaren dwingt alleen maar respect af.

In het stelsel van ziekte- en invaliditeitsverzekering is het mogelijk om in een periode van arbeidsongeschiktheid een toegelaten activiteit te verrichten. Een van deze activiteiten was pleegzorg, waarbij men mits een akkoord van de adviserende geneesheer een kind binnen de pleegzorg kon opvangen. Sinds kort beschouwd het RIZIV de zorg voor pleegkinderen echter als een werkzaamheid met een productief karakter. Het gevolg is dat deze pleegouders hun uitkering verliezen indien de kostenvergoeding voor het pleegkind de 1 307,38 euro per jaar overschrijdt.

Dit heeft verregaande gevolgen. Elke tot nu toe arbeidsongeschikte pleegouder die al jaren kinderen opvangt moet onmiddelijk stoppen met het verlenen van kost en inwoon aan de pleegkinderen wanneer de aanvraag voor de toegelaten activiteit nog niet is ingediend. Indien men dit vergeet kan men zijn uitkering verliezen. Dat betekent ook dat gerechtigden die pleegkinderen hebben en arbeidsongeschikt worden steeds een administratieve aanvraag zullen moeten opstarten om hun zorg te mogen verderzetten.

Verder gaat het ook niet alleen over mensen die in ziekte- of invaliditeitsverzekeringen zitten en pleegkinderen hebben, maar ook om mensen die moederschapsrust nemen. Volgens de redenering van het RIZIV zou een moeder die langdurig een pleegkind heeft opgevangen en zelf moederschapsrust neemt vanwege haar eigen kind tijdelijk het pleegouderschap moeten opzeggen.

Een volgens mij eigenaardige interpretatie. Ik was dan ook enorm verbaasd dat de staatssecretaris geen afstand nam van deze praktijk tijdens de commissie. Ik heb alvast aangedrongen op een andere menselijkere interpretatie. Het kan niet dat de wetgever solidariteit fnuikt, hij zou het moeten faciliteren.