Pensioen naar werken

26-02-2014

26-02-2014

We keurden tijdens de plenaire zitting van 26 februari twee wijzigingen goed die ervoor zorgen dat de pensioenberekening in de toekomst veel beter zal aansluiten bij de werkelijke carrière. Vandaag is dat niet helemaal zo.

Vandaag wordt bij de berekening van het pensioen van werknemers of zelfstandigen die bijvoorbeeld op 1 november op pensioen gaan, geen rekening gehouden met de 10 maanden gepresteerd in dat laatste werkjaar. Dit zorgt ervoor dat mensen die hun pensioen opnemen op het einde van het werkjaar een aanzienlijk nadeel oplopen. Vanaf 1 januari 2015 zal een einde gemaakt worden aan deze scheeftrekking. Alle prestaties geleverd in het laatste werkjaar zullen op dezelfde manier worden meegeteld  voor de pensioenberekening als de prestaties van het jaar voordien.

Daarnaast wordt de eenheid van loopbaan geherdefinieerd. Deze maatregel is vooral in het voordeel van mensen die deeltijds gewerkt hebben. Het maximaal aantal jaren dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het pensioen is vandaag 45 jaar. Als werknemers bijvoorbeeld 46 jaar gewerkt hebben, wordt het minst voordelige jaar geschrapt voor de pensioenberekening. Dit was vooral in het nadeel voor mensen die deeltijds gewerkt hadden, maar wel langer dan 45 jaar.  Iemand die bv. heel zijn leven halftijds gewerkt heeft, maar wel 48 jaar lang, die verloor sowieso drie jaar. Terwijl die toch maar een klein pensioentje kreeg. Vanaf 1 januari 2015 zal men niet meer tellen in jaren, maar in dagen. Dit betekent dat er slechts dagen geschrapt zullen worden als een werknemer meer dan 14 040 dagen gewerkt heeft, wat overeenkomt met 45 jaren voltijds werken. Binnenkort maakt het dus niet meer uit binnen welke periode je die dagen presteert, zolang die grens niet overschreden wordt, kan alles worden meegeteld.