24-12-2019

Nahima Lanjri (CD&V) wil nieuwe wettelijke regeling naar het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk 

Het pensioen moet minstens 1.500 euro bedragen, we zitten nu op 1.207 euro gemiddeld. Dat kan omhoog via een verplicht aanvullend pensioen

Iedereen moet na een volledige loopbaan voortaan een pensioen van minimum 1.500 euro krijgen. Om dat waar te maken, moet volgens CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri het aanvullend pensioen – de zogenaamde tweede pijler – verplicht worden. ‘’Naar het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk, willen we dat ook in België werkgevers verplicht worden om hun werknemers in te schrijven in een aanvullend pensioenplan. Op die manier geraken we aan het voor iedereen terechte pensioen van minstens 1.500 euro.

Vandaag bestaan er ook nog veel verschillen tussen de pensioenen van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.  Wij vinden dat deze op termijn verder naar elkaar moeten toegroeien zonder daarbij de reeds verworven rechten overboord te gooien.’’ 

Voor CD&V is het volgens Kamerlid Nahima Lanjri duidelijk dat het pensioen van 1.500 euro het absolute minimum is. Dat bedrag ligt ruim 60% hoger dan het huidig leefloon voor een alleenstaande in België. Het gemiddelde pensioen van een werknemer ligt daar vandaag nog ver onder. Het bedraagt vandaag 1.207 euro per maand. En voor een zelfstandige is dat nu gemiddeld 807 euro. Wanneer aan het einde van de loopbaan het pensioen waar iemand recht op heeft onder het bedrag van het wettelijk minimumpensioen uitkomt, wordt dit verhoogd tot dat minimumpensioen. Het bedrag van het minimumpensioen voor een volledige loopbaan bedraagt sinds 1 juli 2019 per maand 1.266,37 euro voor een alleenstaande en 1.582,46 euro voor een gezinshoofd. Maar veel mensen hebben echter geen 45 jaar gewerkt en krijgen dus niet pensioen dat nog lager ligt dan dit minimumpenisoen. Zo bv. krijgt iemand met een loopbaan van 40 jaar slechts 1.125,66 euro pensioen.

1.207 euro gemiddeld pensioen per maand is echt te laag.

 Om de maandelijkse som van 1.500 euro voor iedereen na een volledige loopbaan te bereiken, zijn volgens het CD&V-Kamerlid  twee acties nodig. 

Eén. Het wettelijk pensioen moet versterkt worden door indexering, en door meer middelen te halen uit de zogenaamde welvaartsenveloppe, een mechanisme waarmee we in België sociale uitkeringen koppelen aan de welvaart.

Twee. Om de pensioenuitkering tot een minimum gewaarborgd niveau van 1.500 euro te brengen, moet de regeling van het aanvullend pensioen breder en dieper worden.

Breder. Wij willen dat  iedere werknemer aangesloten wordt bij een aanvullend pensioenplan. Via het invoeren van een verplichte minimumbijdrage voor het aanvullend pensioen willen we dat iedereen tijdens zijn/haar carrière een aanvullend pensioen opbouwt. Het Verenigd Koninkrijk heeft een model dat inspireert. Daar worden werkgevers verplicht om hun werknemers ouder dan 22 jaar in te schrijven in een aanvullend pensioenplan, dat aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Vanaf 2020 wordt de leeftijd waarop een inschrijving verplicht is, zelfs verlaagd van 22 naar 18 jaar. Net zoals in het Verenigd Koninkrijk willen wij het systeem geleidelijk aan invoeren, te beginnen met de grootste werkgevers om nadien uit te breiden naar alle werkgevers.

Dieper. Het bijdrageniveau van de stortingen voor het aanvullend pensioen moet stijgen om zo een meer pensioen op te bouwen voor later. Door het bestaan van de verschillende pensioenplannen met bijhorende modaliteiten bouwt eenieder een verschillend pensioenkapitaal op. De gemiddelde bijdrage ligt vandaag op slechts 1,75% van het loon. In overleg met de sociale partners willen we een groeipad creëren dat leidt tot een bijdrage van minstens 3% van het brutoloon.

Die investering van 3% loont. En, hoe vroeger iemand instapt, hoe beter zelfs. Voor wie zich pas later inschrijft in een aanvullend pensioenplan, zou een hogere bijdrage moeten gestort worden om aan het einde van de loopbaan tot hetzelfde resultaat te komen. Uit onderzoek blijkt dat een bijdrage van 3% voor een bruto jaarloon van 50.000 leidt tot een bonus van 9,01% bij pensionering. Waar de gepensioneerde zonder aanvullende pensioenverzekering een pensioen zou hebben van 50,38% van zijn loon op het moment dat hij/zij op pensioen gaat, groeit die met de aanvullende pensioenverzekering dus tot 59,39%. Voor bruto jaarlonen van 35.000 en 85.000 euro, zijn die groeimarges bij een investering van 3% aanvullend persoon respectievelijk 10,19% extra en 8,06% extra.

Helaas kan vandaag de dag nog niet iedereen genieten van die tweede pensioenpijler. En zelfs als er wel een aanvullend pensioen wordt opgebouwd, blijken de bijdragen te laag om een deftig aanvullend pensioen te krijgen. De helft van de mensen  met aanvullende pensioenrechten had in 2018 een pensioenreserve gespaard van ongeveer 3.091 euro of meer. Bij 55- tot 64-jarigen heeft de helft 7.986 euro of meer opgebouwd. 

Er zijn bovendien nog veel andere verschillen.  In 2015 beschikte slechts 48% van de 66-69 jarige mannen die een wettelijk rustpensioen hebben, ook over een aanvullend pensioen. Bij vrouwen is dat percentage nog lager, slechts 22%. Bij zelfstandigen is dat 47% bij mannen en 15% bij vrouwen. Ook de sector en de grootte van de onderneming is bepalend voor het al dan niet ontvangen van een aanvullend pensioen. Op dit moment hinken vooral KMO’s en de sector van de diensten  aan ondernemingen, de distributie- en textielsector nog wat achterop. Slechts 15% van de Belgische KMO’s biedt een aanvullend pensioenplan aan en slechts 6% van de Belgische KMO’s doet dit voor al de werknemers.’’ 

Het aanvullend pensioen is onontbeerlijk voor iedereen. We moeten daarom onmiddellijk stappen zetten om dat aanvullend pensioan, die tweede pijler, voor iedereen te laten uitbouwen. 3,68 miljoen Belgen bouwden in 2017 een aanvullend pensioen op, waarvan 85% werknemers, 10% zelfstandigen en 5% ambtenaren. De helft deed dat via een pensioenfonds, de andere helft via een groepsverzekering. Er bestaan verschillende formules en ook in de uitbetaling kan je bij pensionering op verschillende manieren aan je extra-pensioen geraken. Essentieel is echter wel dat we een minimum bijdragevoet van 3% voor iedereen instellen. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat iedereen na een leven hard werker minstens 1.500 euro pensioen krijgt voor zijn oude dag.

Lees hier het artikel in het Nieuwsblad. 

Lees hier het pensioendossier op VRT News.