Caritas Vlaanderen bracht zopas een rapport uit waarin men aandacht vraagt voor de problematiek van menstruatiearmoede. In ons land hebben 1 op 8 vrouwen niet de middelen om basisproducten als maandverbanden en tampons te kopen. Dit lijkt misschien onschuldig maar menstruatiearmoede heeft grote gevolgen in het leven van meisjes en vrouwen. Minister Lalieux kondigde aan dat ze een budget vrijmaakt om deze problematiek aan te pakken. Ik bevroeg de minister naar de concrete projecten die hiermee zullen worden gefinancierd en deed voorstellen over het betrekken van lokale besturen.  

Menstruatiearmoede heeft een grote impact op het leven van meisjes en vrouwen. Sommige meisjes nemen bijvoorbeeld de pil, omdat de pil wordt terugbetaald en het kopen van menstruatieproducten niet. Zij staan daarbij niet stil bij de effecten op de gezondheid. Anderen gebruiken menstruatieproducten langer dan aangewezen, waardoor de kans op infecties groter wordt. Bovendien houden stress en angst voor lekken meisjes weg van school. Ze gaan bijvoorbeeld ook niet mee op schooluitstappen. Op die manier bouwen zij een schoolachterstand op.

Over menstruatie heerst er  vaak een taboe maar dat zou niet mogen. We zouden ons niet mogen schamen om vrouw te zijn en we zouden niet belemmerd mogen worden in ons dagelijks functioneren, om naar school of het werk te gaan omdat we menstrueren. Helaas is dat bij veel vrouwen en meisjes wel het geval.

Minister Lalieux kondigde aan dat ze 200.000 euro gaat vrijmaken om aan de problematiek te werken. De helft van het budget gaat naar Conseil Francophones des Femmes de Belgique en de andere helft naar de Vrouwenraad. Welke concrete projecten tegen menstruatiearmoede de financiering zullen ontvangen is nog niet duidelijk. In haar antwoord op mijn vraag bevestigde de minister dat ze volop in overleg is met de vrouwenraden om te bekijken welke initiatieven middelen zullen krijgen.   

Minister Lalieux reageerde ook positief op mijn voorstel om de OCMW’s extra ondersteuning te bieden in de strijd tegen menstruatiearmoede. Zo kunnen de lokale besturen op hun beurt organisaties helpen om menstruatieproducten ter beschikking te stellen. Die zouden bijvoorbeeld bij de sociale kruideniers en de voedselbedeling kunnen worden aangeboden. Dat gebeurt nu al, maar vaak zijn er wat dat betreft tekorten. Voedsel krijgen zij vaak als schenking als het over tijd dreigt te gaan, maar menstruatieproducten worden minder snel slecht en worden bijna nooit geschonken.

Ik blijf de problematiek rond menstruatiearmoede opvolgen en zal hier de minister later nogmaals over bevragen.

Via deze link vind je mijn volledige vraag en het antwoord van de minister (p. 7).

1-02-2021