20-02-2020

Met de World Day of Social Justice, de Werelddag voor Sociale Rechtvaardigheid vestigen de Verenigde Naties vandaag de aandacht op de uitdagingen van onder meer werkloosheid, sociale uitsluiting en armoede. Ook in ons land verdient deze sterk verweven problematiek meer aandacht van onze beleidsmakers, vindt Nahima Lanjri (CD&V). Ondanks onze welvaart en groei blijft een groeiende en vaak vergeten groep kansarmen steevast achter in de samenleving.

Cijfers zijn vaak bedrieglijk. Puur statistisch mag Vlaanderen zich met een tewerkstellingsgraad van 75% onder de goede leerlingen rekenen. Bovendien loopt de werkloosheid terug sinds vorige legislatuur. Maar onder dat rooskleurige plaatje ligt een complexe, ongemakkelijke waarheid. Ja, het aantal uitkeringsgerechtigden die tot twee jaar werkloos zijn is sinds 2014 met maar liefst 27% gedaald. Het aantal langdurige werklozen—in Vlaanderen ligt het cijfer op ongeveer 58.550—bleef de laatste vijf jaar echter nagenoeg constant.

Op vlak van armoede kleurt het beeld nog donkerder. In tien jaar tijd is het armoederisico gestegen met 1,8% tot een hallucinante 16,4%. Haast één Belg op vijf loopt dus de kans om in armoede terecht te komen. Omgerekend gaat het om bijna 1,9 miljoen mensen, of 200.000 mensen meer dan tien jaar geleden.

Dit alles confronteert een beleidsmaker met een schreeuwende paradox. Enerzijds neemt het welvaartspeil toe. Anderzijds blijft een groeiende groep mensen achter in onze maatschappij, een klasse van kansarmen die niet van de vooruitgang kan genieten. Het is verleidelijk om ons geweten te sussen met de liberaal-meritocratische fabeltjes. De kansen liggen toch voor het grijpen, ook voor armen?

Ooit was ik zelf een kind uit een kansarm gezin. Hoewel ik zelf nooit honger heb gekend (dankzij mijn moeders creativiteit in de keuken), herinner ik me nog levendig de ijskristallen op de ramen in de winter, omdat we de verwarming niet aanstaken. Schooluitstappen of leesboeken waren in ons gezin onbetaalbare extraatjes. Waar ik sta vandaag, heb ik echter in eerste instantie te danken aan zij die uitdrukkelijk in mij geloofden. Helaas heeft niet iedereen het geluk van een warm nest en een ondersteunende omgeving.

U hoeft het niet van mij aan te nemen. De wetenschap toont overvloedig aan dat iemands wieg nog steeds bepalend is voor diens latere welstand. Dit uit zich al in de vroegste fasen van het leven. Zo hebben kinderen uit gezinnen in armoede op school bijna 45% kans op zittenblijven. Bij kinderen uit de rijkste gezinnen is dat 8%. Aan intelligentie of merite ligt dat niet. Uit het Validiv-onderzoek blijkt immers dat in het basisonderwijs kinderen met een hoog IQ uit een arm gezin lager scoren op een test begrijpend lezen dan kinderen met een laag IQ uit rijke gezinnen. Sociologen en economen wijzen al decennialang op het fenomeen van de poverty trap, een vicieuze cyclus die materiële deprivatie van generatie tot generatie doorgeeft. Kansarmoede verlamt en beklemt.

Ik kon deze Werelddag voor Sociale Rechtvaardigheid dus niet ongemerkt voorbij laten gaan. Zelf ben ik gemotiveerd om mij blijvend in te zetten voor een rechtvaardige samenleving. Dat deed ik in het verleden ook al onder meer door te zorgen voor een vlottere toegang tot het sociaal tarief voor personen met een beperking, armoedebestrijding en kwalitatieve procedures voor migratie. Maar ik hoop mijn collega’s van alle strekkingen ook te kunnen inspireren tot een armoedereflex in hun politieke initiatieven. Maar ook ondernemers kunnen hun steentje bijdragen om armoede aan te pakken. Radiospots, nieuwsberichten hebben het steeds over innovaties in detechnologie en ondernemingswereld  o.m op vlak van klimaat en gezondheidszorg.  Maar, waarom hoor ik zo weinig innovatie rond bijvoorbeeld armoede. Waar blijft daar de baanbrekende app? Ook onze onderzoekers en innoverende ondernemers roep ik dus op om met innovatieve ideeën voor meer rechtvaardigheid in onze samenleving te zorgen.

Vergeet de kwetsbaarste groep in de samenleving nooit. Gun kansarmen een waardig bestaan.