08-05-2020

Heel wat mensen krijgen het vandaag extra moeilijk door de coronacrisis. Want het leven is duurder geworden, de rekeningen lopen op en de inkomsten drogen op. Studenten die hun studies betalen met een studentenjob hebben geen werk meer, mensen met een klein inkomen omdat ze parttime werken, interimmers van wie het contract niet werd verlengd, … Dat zijn maar enkele voorbeelden van mensen die nu plots moeten aankloppen bij het OCMW of het hoofd niet meer boven het water kunnen houden. We moeten zorgen dat we deze mensen extra ondersteunen. Daar drong ik op aan in de commissie sociale zaken van 8 mei.

We moeten de specifieke noden die door de coronacrisis aanwezig zijn onderzoeken en hierop inspelen. Ik ben daarom blij dat de regering is ingegaan op het voorstel om een speciale taskforce op te richten. Daar heb ik vorige maand ook op aangedrongen. De afgelopen weken is deze taskforce sociale hoogdringendheid al een paar keer bijeengekomen en heeft ze al resultaat afgeleverd. Zo is er al een budget uitgetrokken om de OCMW’s en de voedselbanken te steunen en werd afgelopen zaterdag aangekondigd dat de OCMW's 15 miljoen extra steun zouden krijgen. Ik stelde voor om meer middenveldorganisaties te betrekken, eventueel op ad-hoc basis of afhankelijk per thema. Zij vertegenwoordigen tenslotte de meest kwetsbaren in onze samenleving en vertrekken ook vanuit hun leefwereld. Daarnaast drong ik ook aan om regelmatig samen te zitten met de taskforce, want voor mensen die de eindjes moeilijk aan elkaar geknoopt krijgen, is elke dag uitstel van maatregelen een dag te veel. 

Vanuit de taskforce werd voorgesteld om deze coronacrisis op te vangen ofwel tijdelijk de uitkeringen te verhogen, ofwel via een aanvraag via het OCMW een coronatoelage te geven. Ik zet mij al jaren in om de uitkeringen structureel te verhogen en zal daar ook voor blijven gaan, maar dat tijdelijke financiële duwtje is alvast een goed begin. Ik hoop dat de regering daar initiatief in neemt. Ik blijf erop aandringen.

Lees hier mijn vragen, het antwoord van de minister en mijn repliek.