6-05-2021 - Momenteel werkt de federale regering aan een evaluatie van het sui generis statuut van onthaalouders. Pas in 2003 kregen de onthaalouders een eigen statuut. Dit statuut geeft hen toegang tot werkloosheid, de regeling inzake ziekte, arbeidsongevallen, vakantiegeld en de opbouw van pensioenen. Hoewel het statuut ervoor zorgde dat de situatie van onthaalouders gevoelig verbeterde, is er na 18 jaar nood aan een bijsturing. Ik drong er bij de ministers van Sociale Zaken en Pensioenen op aan om een aandacht te besteden aan de pensioenrechten en het systeem van progressieve werkhervatting voor onthaalouders.

Onthaalouders spelen een zeer belangrijke rol in onze samenleving. Ze vangen de kinderen op en ondersteunen hen bij hun ontwikkeling en opvoeding. Zij zorgen dat ouders de kans krijgen om te werken en zich te ontplooien. Onthaalouders verdienen absoluut de kans om ook een volwaardige bescherming te krijgen en volwaardige pensioenrechten op te bouwen.

Een eerste problematiek met het huidige statuut is dat de jaren die onthaalouders gewerkt hebben voor de regeling van 2003 niet meetellen. Ze bouwen voor die periode geen individuele pensioenrechten op. Dat heeft dus tot gevolg dat ze vaak een onvolledig en klein pensioentje ontvangen waarvan ze amper kunnen overleven. Zelf nam ik al het initiatief om een wetsvoorstel in te dienen om de jaren voor 2003 wel in aanmerking te laten nemen voor de pensioenopbouw. We hebben ook in het regeerakkoord laten opnemen dat het sui generis statuut effectief geëvalueerd moet worden. Ik drong er bij de minister van pensioenen op aan om in samenwerking met de ministers van Sociale Zaken en Werk een oplossing te zoeken voor deze groep onthaalouders. Ook bevroeg ik de minister van Pensioenen naar haar concrete plannen voor de hervorming van deze pensioenrechten. 

Minister Lalieux gaf aan dat de evaluatie nog loopt en het nog te vroeg is om conclusies te trekken maar dat ze alle mogelijke pistes onderzoeken om tegemoet te komen aan de lacunes die bestaan om de onthaalouders en hun sociaal statuut beter te kunnen ondersteunen. 

Een tweede problematiek met betrekking tot het statuut van de onthaalouders kaartte ik aan bij minister Vandenbroucke. Onthaalouders die na een periode van arbeidsongeschiktheid het werk weer gedeeltelijk kunnen hervatten, kunnen hiervoor gebruik maken van het systeem van progressieve werkhervatting. Dat systeem wil personen wier medische toestand het niet toelaat om in hetzelfde regime als voorheen te werken, de mogelijkheid bieden om geleidelijk te evolueren naar voltijdse tewerkstelling. 

Er stelt zich echter een probleem voor onthaalouders die wegens hun medische toestand nooit meer fulltime zullen kunnen werken en toch gebruik maken van het systeem van progressieve werkhervatting. Zij zien hun ziekte-uitkering stapsgewijs dalen. Na verloop van tijd zou men zelfs meer ontvangen als men een volledige ziekte-uitkering ontvangt en dus niet meer werkt, dan wanneer men medisch parttime tewerkgesteld is. Op die manier worden onthaalouders ontmoedigd om nog te werken. Hun financiële situatie dwingt hen als het ware om te stoppen met werken, terwijl zij echt wel hun steentje willen blijven bijdragen aan de samenleving door parttime te werken in combinatie met een ziekte-uitkering.

Werknemers kunnen wel genieten van een voordeliger stelsel van werkhervatting. Hun ziekte-uitkering daalt niet, indien men niet meer dan 20 % procent van het aantal uren van een voltijdse prestatie werkt. Ik legde deze kwestie voor aan de minister van Sociale Zaken en riep hem op om deze onbedoelde effecten weg te werken. 

Minister Vandenbroucke beloofde om deze kwestie mee te nemen in de evaluatie van het sui generis statuut en te onderzoeken op welke manier dit systeem kan worden aangepast. De evaluatie van het sui generis statuut van onthaalouders zou nog voor de zomer afgerond moeten worden. Ik blijf dit nauw opvolgen.

Klik hier voor de volledige vraag en het antwoord over het systeem van progressieve werkhervatting voor onthaalouders. 
Klik hier voor de volledige vraag en het antwoord over het pensioen voor onthaalouders (p. 21).