Geen afzonderlijke kinderopvang voor kwetsbare kinderen

28-01-2015

28-01-2015

Het vermeende pleidooi van minister Homans voor een apart kinderopvangcircuit voor kinderen die opgroeien in een kwetsbare situatie, deden de voorbije dagen veel wenkbrauwen fronsen. Mijn collega, Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers zet de puntjes op de i: “Zowel het Vlaams regeerakkoord als de beleidsnota Welzijn zijn een correcte vertaling van het decreet van 2012 dat de economische, pedagogische én sociale functie van kinderopvang benadrukt. Voor CD&V kan er geen sprake zijn van een gesegregeerde aanpak.”

 

In totaal zijn er 774 organisatoren kinderopvang, die een gezamenlijke capaciteit bieden van 66.602 plaatsen die gesubsidieerd worden volgens trap 2. Dat betekent dat voor deze plaatsen voorrang wordt gegeven aan kinderen van ouders die werken of die een beroepsgerichte opleiding volgen én die voldoen aan (minstens) een van de volgende voorwaarden: alleenstaande zijn, een laag inkomen hebben (< € 27.000 bruto/jaar gezinsinkomen), een pleegkind opvangen of reeds een ander kind hebben (broer/zus) dat al in dezelfde locatie wordt opgevangen. Bovendien moet minstens 20% van de kinderen die worden opgevangen in initiatieven die gesubsidieerd worden volgens trap 2 beantwoorden aan ten minste 2 van de 4 eerste kenmerken.

 

Daarnaast zijn er 17 organisatoren die voor een totale capaciteit van 513 plaatsen een plussubsidie (trap 3) krijgen. Zij moeten zich in hun werking specifiek richten op kwetsbare gezinnen. Voor deze plaatsen wordt voorrang gegeven aan wie voldoet aan de kenmerken 1 tot 3 van trap 2 (werken, alleenstaand, laag inkomen), en 2 bijkomende kenmerken, namelijk gezondheid en zorgsituatie van het gezin, en het opleidingsniveau. Voor deze opvanginitiatieven geldt dat jaarlijks minstens 30% van alle opgevangen kinderen  moet behoren tot een kwetsbaar gezin.

 

“Zowel de economische als de wetenschappelijk onderbouwde sociale functie van kinderopvang komen dus uitdrukkelijk tot uiting in de regelgeving,” benadrukte volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers deze middag tijdens het actualiteitsdebat in het Vlaams parlement, “en overduidelijk: er is geen sprake van gescheiden circuits, wel van een geïntegreerd beleid.”

 

CD&V erkent de waarde van initiatieven die in het verleden gegroeid zijn uit buurtwerk, maar wijst het idee van afzonderlijke kinderopvangcircuits voor mensen die werken en mensen die niet werken resoluut af.

 

Katrien Schryvers: “De sociale rol van kinderopvang is te belangrijk, en daarmee de noodzaak van integratie. Wij houden dan ook met grote overtuiging vast aan een en-en-scenario, waarin binnen eenzelfde opvanginitiatief plaats kan zijn voor kinderen van werkende ouders en kinderen die leven in een meer kwetsbare situatie.”