Wie vandaag zijn of haar partner verliest, heeft tot de leeftijd van 48 recht op een zogenaamde ‘overgangsuitkering’. Met mijn nieuw wetsvoorstel wil ik de duur van deze steun verlengen. De uitkering voor mensen met een kind ten laste zou verlengd worden van 24 tot 36 maanden. Voor mensen zonder kind zou de uitkering dan weer uitgebreid worden van 12 naar 18 maanden.

Wie zijn of haar partner verliest, voelt de grond onder de voeten wegzakken. Bovenop dit verdriet worden achtergebleven partners ook financieel getroffen. Zo moeten ze vervolgens vaak alleen een hypotheek afbetalen. Voor ouders die hun partner verliezen is de situatie nog zwaarder. Velen moeten voortaan immers de zorg voor hun kind dragen met één inkomen. Dat alles, in combinatie met de praktische organisatie van het gezin, komt dan op de schouders van één ouder terecht. De moeders en vaders die nu alleen verder moeten, kunnen echt meer steun gebruiken. Een financiële overbrugging van 12 maanden of 24 in geval van kinderen, is te kort. Daarom willen we de overgangsuitkering uitbreiden naar 18 (zonder kind ten laste) en 36 maanden (met kind). Zo hebben zij meer tijd om de financiële en praktische veranderingen in hun leven te overbruggen.

De regeling rond de overgangsuitkering werd ingevoerd in 2015. Weduwen en weduwenaars onder de 45 mogen deze uitkering gewoon cumuleren met hun eigen inkomen. De leeftijdsgrens van 45 wordt sinds 2015 elk jaar met 6 maanden opgetrokken tot 50 in 2025. Momenteel ligt de grens op 48. CD&V wil dat deze uitbreiding met terugwerkende kracht geldt voor wie recht had op deze uitkering sinds 2015. 

Ook het overlevingspensioen, voor oudere partners, wil CD&V aanpassen. De langstlevende partner krijgt nu namelijk een weduwenpensioen dat niet beperkt is in tijd, maar slechts beperkt mag gecombineerd worden met een eigen inkomen.

Iedereen verwerkt het verlies van een partner op zijn manier. Sommige mensen willen vooral rust, andere verkiezen voltijds aan de slag te blijven. Iedereen moet deze keuze vrij kunnen maken. Daarom willen we de bedragen van wat je mag verdienen optrekken, zodat mensen niet stoppen met werken of minder gaan werken uit vrees een te groot deel van hun overlevingspensioen te verliezen.  Nu stel je vast dat sommige weduwen nog maar 20 uur of minder gaan werken. En dit enkel en alleen omdat ze anders teveel verliezen aan hun uitkering.

Geen onaangename verrassing meer

Nahima Lanjri kaart ook een probleem aan dat vele mensen na het verlies van hun partner ondervinden. Vele weduwen en weduwenaars krijgen onverwacht een koude douche in hun belastingbrief. Op die overgangsuitkering of dat overlevingspensioen worden vooraf te weinig belastingen ingehouden. Gecombineerd met het eigen inkomen belanden velen in een hogere inkomensschaal. Hierdoor moeten ze uiteindelijk een jaar later veel meer belastingen betalen. Soms is het bedrag zo hoog dat mensen in moeilijkheden komen wanneer ze dit moeten betalen.

Lanjri ondervraagt woensdag de minister van Financiën over deze kwestie. Ik sluit me aan bij een oproep van vzw ODOS (Ouders die Opnieuw Starten) om bij de uitkering automatisch een groter deel belastingen in te houden, zodat weduwen en weduwenaars later niet onaangenaam verrast worden en nog veel belastingen moeten bijbetalen. In afwachting van een nieuwe regeling, moeten we beter informeren over de huidige mogelijkheid om op voorhand een deel van de belasting te betalen. Zo vallen mensen niet uit de lucht bij hun eerste belastingbrief. Maar het blijft de bedoeling om dit structureel aan te pakken en te vermijden dat weduwen en weduwenaars achteraf een deel van hun uitkering moeten teruggeven aan de belastingen.

Rouwverlof

Eerder diende ik ook een voorstel in om het rouwverlof uit te breiden van drie naar tien dagen bij het verlies van kind of partner. Dit voorstel is momenteel in behandeling in de Kamer. Het kreeg de steun van De Gezinsbond, Kom Op Tegen Kanker en ODOS. Lanjri gaf ook aan open te staan voor een uitbreiding tot 20 dagen voor het verlies van een kind, zoals Kom Op Tegen Kanker voorstelde.

Drie dagen rouwverlof zijn zelfs niet voldoende om de begrafenis of andere beslommeringen te regelen, laat staan om een zwaar verlies te verwerken. De meeste mensen voelen zich genoodzaakt om langs te gaan bij de dokter om ziekteverlof te vragen om die eerste periode door te komen. Maar rouwen is geen ziekte. We moeten mensen tijd en rust gunnen om even stil te staan bij dit verlies.

Lees hier het artikel in Het Nieuwsblad.