Wanneer mensen met een handicap een job aannemen, kunnen zij in sommige gevallen hun volledige integratietegemoetkoming verliezen. Hierdoor kunnen ze ook niet langer aanspraak maken op andere sociale voordelen, zoals een verhoogde tussenkomst in de gezondheidszorg of een gratis abonnement op het openbaar vervoer. Ik roep op om mensen met een beperking minstens één euro aan integratietegemoetkoming uit te keren. Op die manier kunnen zij de andere sociale voordelen behouden, ook wanneer ze participeren op de arbeidsmarkt.

Vandaag verliezen mensen met een handicap geheel of gedeeltelijk hun integratietegemoetkoming wanneer zij werken. Onterecht, want de meerkost ten gevolge van een handicap verdwijnt niet wanneer iemand aan de slag gaat. Zonder integratietegemoetkoming verliezen deze mensen ook nog eens tal van andere sociale voordelen zoals een verhoogde tussenkomst in de gezondheidszorg of een gratis abonnement op het openbaar vervoer. Daarom pleit ik voor het toekennen van minstens één euro integratietegemoetkoming aan iedereen die hiervoor in aanmerking komt. Door een minimale budgettaire inspanning behouden deze personen met een handicap alvast hun recht op sociale voordelen. Vele mensen met handicap willen graag een job en de samenleving moet hen daarbij ondersteunen. Werken mag nooit afgestraft worden!

Wanneer mensen met een handicap aan de slag gaan, daalt hun integratietegemoetkoming. In bepaalde gevallen,  wanneer iemand te veel uren zou werken, verliest hij of zij deze tegemoetkoming zelfs volledig. Ik geef een voorbeeld: de 30-jarige Pieter, een man met een beperking, neemt een job aan en verdient zo’n 1400 euro bruto per maand. Hierdoor verliest hij niet alleen zijn integratietegemoetkoming maar ook alle andere sociale voordelen.

Het ontvangen van een integratietegemoetkoming wordt echter vaak als criterium voor tal van sociale voordelen genomen. Hierdoor kan iemand bij het verlies van de integratietegemoetkoming ook nog eens het recht op sociale voordelen zoals een sociaal tarief voor water, gas en elektriciteit, een gratis abonnement op het openbaar vervoer en een verhoogde tussenkomst in de gezondheidszorg  verliezen.

Mensen met een beperking worden zo ontmoedigd om de uren te werken die ze kunnen en willen werken. Dat zie je ook terug in de cijfers. Nauwelijks 24% van de 15-64 jarigen met een handicap heeft een baan in België. Daarmee blijft ons land onder het Europese gemiddelde. Als we echt willen komen tot een inclusieve samenleving waarin mensen met een beperking volop kunnen participeren, moeten we dringend bijkomende stappen ondernemen,” zegt Nahima Lanjri. “Door te vermijden dat de integratietegemoetkoming van deze personen op nul komt te staan, zijn we zeker dat zij hun sociale voordelen niet verliezen.

Mijn voorstel zal op korte termijn al een verschil kunnen maken voor heel wat personen met een beperking. Maar het werk is hiermee nog niet af. Ik streef ernaar om de integratietegemoetkoming los te koppelen van het inkomen waardoor de tegemoetkoming nooit verlaagd wordt. Deze uitkering dient immers als compensatie voor de bijkomende kosten die personen met een handicap hebben om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Die kosten blijven ook als je gaat werken hetzelfde. 

GRIP vzw, een mensenrechtenorganisatie van en voor personen met een handicap, steunt deze oproep. Ook besprak ik dit idee ook al informeel met minister Lalieux, die zeker openstond voor deze oplossing. Wordt zeker vervolgd.

Lees hier over mijn oproep in De Zondag.