11-07-2016

Op 11 juli kunnen we positieve of negatieve boodschappen de wereld insturen. Ik roep iedereen, en vooral dan Minister-Presidient Bourgeois, op om dat spuwen achterwege te laten en de hand aan de ploeg te slaan. Maak  van Vlaanderen een internationale modelregio wat diversiteit op het werk betreft. Flanders Technology uit de jaren ’80 schreeuwt om een innovatieve opvolger, dit keer op de arbeidsmarkt. Gebruik het enorme arbeidspotentieel van iedereen, geschoold en ongeschoold, ongeacht afkomst. Zie het als een positieve challenge, niet als een opdracht, maar weet dat onze vergrijzing ons wel verplicht alle talent aan te boren. Doen we het niet dan spelen we niet meer mee op de Europese arbeidsmarkt en hebben we op termijn een socio-economische Vlexit. 

 

Onze eerste Vlaamse premier Gaston Geens zette Vlaanderen in 1983 op de internationale kaart met Flanders Technology International. Een blanke hand schudde op de affiche een gerobotiseerde hand en symboliseerde de technologische innovatie van Vlaanderen. Het werd een succesverhaal, een motor van geloof in eigen kunnen. Het Vlaanderen van 2016 moet nu internationaal furore maken met een blanke hand die een gekleurde hand schudt. Beiden menselijk vlees en symbool van samen ondernemen, samen leven, samen sterker worden.

In de etalage van het nieuwe Vlaanderen zijn we er al wel een tijdje mee weg, en vinden we het zelf charmant en schattig. De symbolische blanke hand en de gekleurde hand, ze vinden mekaar in tijdschriften, in tv-producties, in opiniestukken, in voorbeeldfuncties, met als summum de poster waarop de Rode Duivels Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku samen de winnende hand in de lucht steken. Kan het mooier?

Achter de vitrine zit echter de echte winkel, en daar is het work to do. Hamvraag is natuurlijk in eerste instantie wat die winkel precies verkopen wil. Wil Vlaanderen – en laat ons het nu even internationaal Flanders noemen – zich etaleren als de regio waar zwart en wit, wit en zwart samen de hand uitsteken in een modelsamenleving? Willen we internationaal trendsetting worden en net zoals Flanders Technology internationaal innovatief zijn? We hebben er alle potentieel toe, de diversiteit in onze samenleving is enorm. Flanders kan zich etaleren als de regio waar diverse kleur en diverse afkomst als rijkdom gelden. Flanders heeft alle troeven in handen om het Sillicon Valley van het etnisch rijk ondernemen en samenleven te worden.

Maar, dan moeten die blanke en gekleurde hand wel eerst samen de hand aan de ploeg slaan, om het met een traditioneel Vlaams gezegde te stellen. En ik wil daarbij in eerste instantie beginnen bij de arbeidsmarkt, bron van welvaart en vaak ook welzijn.

De diagnose. We zien dat nog heel wat mensen van de tweede en derde generatie allochtonen /nieuwe Vlamingen niet aan de bak komen. Eén van de hindernissen – en niet weg te duwen als een kleintje – is discriminatie op de arbeidsmarkt. Het rapport van de OESO van februari 2015 bewijst dat we helaas een van de slechtste leerlingen zijn van de klas qua tewerkstelling van mensen met allochtone roots. We bengelen achteraan het peloton, samen met het Brussels Gewest en Wallonië overigens. De Nationale Bank overigens waarschuwt er ons ook voor. Als we niets ondernemen zullen heel wat nieuwe migranten in ons land straks zonder werk zitten, en dreigen armoede en uitsluiting. Ze roept de regeringen dan ook op om dringend werk te maken van een snellere inschakeling van vluchtelingen op de arbeidsmarkt.

Discriminatie is doorgaans moeilijk zwart op wit te bewijzen. Ik pleit er daarom voor te beginnen aan de bron, bij de overheid zelf. Zij dient het goede voorbeeld te geven in haar aanwervingsbeleid. Daarom pleit ik voor het gebruik van streefcijfers voor de aanwerving van mensen met een allochtone achtergrond in alle overheidsinstellingen en instanties die tot de publieke sector kunnen worden gerekend of in belangrijke mate met publieke middelen worden gefinancierd.

Zowel in de publieke als private sector moet een divers en niet-discriminerend personeels- en aanwervingsbeleid worden gevoerd. Het resultaat daarvan moet gemeten kunnen worden aan de hand van streefcijfers, die een weerspiegeling willen zijn van het aandeel van de etnisch-culturele minderheden in de actieve bevolking.

Twee kernwoorden zijn in mijn betoog belangrijk : ‘streefcijfers’ en ‘beleid’. Ze zijn onlosmakelijk met mekaar verbonden, kunnen niet zonder mekaar. Beloftes voor een diversiteitsbeleid die niet worden hard gemaakt met streefcijfers, blijven vaak dode letter. Ze vallen onder de rubriek ‘we zullen dat eens moeten doen’. Meten is weten, en liefst op een eenvormige manier en vandaag hebben we daarvoor een stabiel meetinstrument: de socio-economische monitoring.

Aan de andere kant wil ik er wel over waken geen heksenjacht te organiseren. Leidt tot niets, dient ook niets. Ik wil geen beleid dat werkgevers in sé verdacht maakt of onterecht beschuldigt van discriminatie. Er moet daarom in eerste instantie ingezet worden op zelfregulering. Wie zelf gelooft in diversiteit, wie zichzelf van de nodige maatregelen voorziet, zal er ook voor zorgen dat dat beleid en die doelstellingen worden uitgevoerd.

Vorig jaar diende ik samen met de andere meerderheidspartijen ter zake een resolutie in, en dat werd ook door het parlement goedgekeurd. Het biedt de sociale partners de mogelijkheid om zelf instrumenten te ontwikkelen om na te gaan in welke mate er gediscrimineerd wordt in de verschillende sectoren en om vervolgens te bemiddelen met de betrokken bedrijven. Met die zelfregulering komen we al een heel eind, en ze is bovendien niet vrijblijvend. Na twee jaar moet de overheid evalueren of het proces met concrete doelstellingen ook in de diverse sectoren werd ingevoerd én uitgevoerd.

Daarnaast moet de overheid ook instrumenten krijgen om discriminatie effectief vast te stellen en aan te pakken. In onze resolutie vragen we aan de overheid om een systeem op te zetten waarbij de sociale partners de resultaten van de zelfregulering automatisch moeten overmaken aan de inspectie, indien de sector een vermoeden heeft dat een bedrijf discrimineert. De inspectiedienst krijgt daarbij de bevoegdheid om een termijn op te leggen aan werkgevers die niet voldoen. Wanneer die werkgever er niet in slaagt om te bewijzen dat hij wel degelijk voldoende initiatieven heeft genomen, kan hij worden onderworpen aan gerichte anonieme controles door de overheid. Een overheid die daarmee bewijsmateriaal verzamelt voor de opmaak van een proces-verbaal.

Maar dat laatste hoort de stok achter de deur te zijn. Achter de deur, en dus onnodig voor gebruik als de werkgevers bereid zijn tot een open deur voor een divers personeelsbeleid.

En toch nog eens even ter afsluiting het waarom. We zitten met een demografische situatie in Vlaanderen waar alle talent en handen op de arbeidsmarkt zullen moeten worden aangeboord. Zwart en wit om ons almaar sterker wordende grijs te helpen. Die vergrijzing neemt met rasse schreden toe, gevolg van een mooie en goede levensstandaard, maar op zijn beurt aanleiding tot minder personeel op de arbeidsmarkt en meer zorgbehoevenden.

We hebben vandaag op de arbeidsmarkt een kwalitatieve arbeidsreserve van ongeschoolde en geschoolde allochtone werknemers die nog te weinig door werkgevers wordt benut. In die groep zit een enorm potentieel. Ze bestaat uit heel wat gekleurde Vlamingen die ook iets willen worden en betekenen in onze samenleving en daar bijgevolg volop deel van willen uitmaken. Zij behoren in mijn opinie tot wat mijn partij de WIJ-samenleving noemt.

Ik zou hier opnieuw heel wat voorbeelden kunnen noemen van nieuwe Vlamingen die het gemaakt hebben in alle mogelijke sectoren. Maar ik ga hun namen niet noemen, want dat maakt het iets ‘te cheap’ als bewijsvoering. Ik geloof in ieders talent, ongeacht afkomst.

Om al dat talent aan te boren en een kans te geven, discrimineren we nergens en nooit, en kiezen we radicaal voor de uitvoering van antidiscriminatiewetten.

De realiteit vandaag is een zeer divers Vlaanderen. De Flanders Technology van 2016 is dat divers Vlaanderen tot een rijk en internationaal-model-Vlaanderen te maken qua deelname aan de arbeidsmarkt. Flanders Diversity, Flanders Colors, Flanders Harmony… Aan u de keuze. Over de titel op de etalage kunnen we nog discussiëren, over de inhoud van de winkel niet meer. Doen we het niet, dan zitten we straks met een winkel die niets meer verkoopt, en zichzelf een socio-economische Vlexit bezorgt.

Nahima Lanjri

CD&V-volksvertegenwoordiger

Districtsraadslid Borgerhout