Een geslaagd armoededictee

27-02-2012

27-02-2012

We kunnen moeilijk om met armoede. Harde woorden zoals "ze hebben het zelf gezocht" worden nog veel te vaak gebruikt. Als je dan wordt geconfronteerd met de realiteit verstom je dan ook. Een financieel probleem kan al snel uitgroeien tot een sociaal stigma. Verdoken armoede is dan ook vaak het resultaat. 

Tijd voor actie, dat vond zowel de kwb, ACW als filmaker Julien Vrebos. Met een dictee wordt het moeilijk bespreekbare, terug bespreekbaar en komt het weinig belichte terug in de spotlights. Omdat er vanuit vele middenveldorganisaties zoveel steun was voor het project wordt er in verschillende voorrondes gewerkt. De winnaars van elke voorronde mogen dan op 17 maart aantreden voor het nationale groot armoededictee onder leiding van Julien Vrebos.

Op 27 februari was het de beurt aan de voorronde in Antwerpen. Met 63 deelnemers konden we al vanaf het begin gewag maken van een voltreffer. Voor hen lag een dictee, geschreven door Erik Vlaminck, dat de rijke woordenschat van mensen in armoede centraal stelde en tegelijk hun armoede aanklaagt.

Men had mij gevraagd om de jury voor te zitten. Op het einde van de avond was ik aangenaam verrast door de resultaten van de deelnemers. Er waren zelfs twee deelnemers met 0 fouten. Ik ben dan ook trots op de selectie die we kunnen voordragen op het Groot Armoededictee van 17 maart.

(1) Marlies Vervloed (0 fouten)

(2) Jan Smet (0 fouten)

(3) Robert Joosen (1 fout)

De volledige tekst van het armoededictee, geschreven door auteur Erik Vlaminck, kan je hieronder nalezen:

Armoede kan en mag niet worden gebanaliseerd tot een centenkwestie, al vormt die wel een belangrijk facet van de problematiek. De kwestie is ingewikkelder want armoede is een multicausaal fenomeen. Het is een netwerk van sociale exclusies dat zich uitstrekt over meerdere terreinen van het individuele en collectieve bestaan. Ingrediënten van dit netwerk zijn onder andere: moeilijkheden in het onderwijs, minuscule tewerkstellingskansen, een te precair inkomen, ongezonde huisvesting, een benarde thuissituatie. Dit complexe kluwen wordt ook weleens de kringloop van de armoede genoemd.

Vaak wordt verondersteld dat uitsluitend mensen die van generatie op generatie arm zijn erin verstrikt geraken. Deze gedachtegang is fout want bijvoorbeeld ook langdurig werklozen, alleenstaande ouders met thuiswonende kinderen, oudere mensen met een te klein pensioen, gehandicapten of vluchtelingen lopen een hoog risico om in de armoedespiraal te belanden. En wie eenmaal in die spiraal belandt, loopt gevaar om de vermaledijde bestaansonzekerheid ook aan zijn of haar kinderen door te geven. De kringloop heeft begin-noch eindpunt en het lukt praktisch nooit om er op eigen kracht uit te geraken.

Armoedebestrijding is dan ook bittere necessiteit. Noodzakelijke pijlers voor armoedebestrijding zijn: toegankelijk onderwijs, ruime arbeidsmogelijkheden, degelijke huisvesting, betaalbare energievoorziening, een bereikbaar cultuuraanbod, een drempelloze gezondheidszorg en een adequate rechtsbedeling.

Alleen gezamenlijke solidariteit kan een aanzet zijn om de armoede te bannen. Dure woorden en dicteeobstakels zullen weinig soelaas bieden; ze kunnen echter wel een verrassende blikopener zijn.