Debat over toekomst CGKR dringt zich aan

30-08-2011

30-08-2011

Ik ben verbaasd over het  voorstel van mijn Groen!-collega Eva Brems om niet langer politici op te nemen in de raad van bestuur van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding (CGKR).

Volgens mij zitten er een aantal fouten in de redenering van de groene politica. Ikzelf zat enkele jaren geleden zelf in de raad van bestuur van het CGKR. Toen ik verkozen werd in de Kamer diende ik ontslag te nemen. De aanklacht van Brems dat er parlementsleden deel uitmaken van de raad van beheer klopt dus niet. Ik wil er ook op wijzen dat er in de raad van bestuur nu al vertegenwoordigers zetelen van het middenveld waaronder onder andere de koepel van migrantenorganisaties en academici.

Wat een eventuele uitbreiding van de bevoegdheden betreft, is CD&V zeker bereid om hierover een globaal debat te voeren binnen de krijtlijnen van het Vlaamse regeerakkoord waar de interfederalisering van het Centrum trouwens gevraagd wordt. Eventuele slachtoffers van discriminatie mogen niet de dupe worden van onze ingewikkelde staatsstructuur. De scheiding tussen verschillende bevoegdheidsniveaus is niet altijd zo helder te trekken, denken we maar aan huisvesting, tewerkstelling …, ook kunnen er meervoudige problematieken aanwezig zijn

CD&V is daarom altijd principieel voorstander geweest van de interfederalisering van het CGKR mits er voldoende garanties zijn op een evenwichtige samenstelling van de raad van bestuur. In de huidige staat van de onderhandelingen is dit echter nog altijd niet het geval. Maar een kerntakendebat is voor CD&V hieraan onlosmakelijk mee verbonden. Elk thema heeft immers haar eigenheid en haar rechten. De bevoegdheden van het CGKR werden sinds de oprichting in 1993 stelselmatig en misschien niet altijd even consequent verruimd. Er moet nl. dus goed afgebakend worden wat de kerntaken zijn van het CGKR, en welke opdrachten best worden overgelaten aan andere spelers, vb het Steunpunt voor Armoebestrijding zit al jaren op een beslissing over haar toekomst te wachten. Vraag is verder of een opdracht als ‘waken over de grondrechten van vreemdelingen’ niet door het middenveld moet worden waargenomen.