18-02-2020

Op de gemeenteraad van 17 februari  bevroeg ik schepen Tom Meeuws over het onbenut potentieel van daken voor zonnepanelen. Want in 2005 sloot Antwerpen zich aan bij de Convenant of Mayors, een initiatief van de Europese Commissie waarbij steden zich engageren de CO2-uitstoot op hun grondgebied af te bouwen. In het kader van dit convenant rapporteert de stad Antwerpen jaarlijks over de evolutie van de uitstoot van broeikasgassen. We begrepen daaruit dat voor het stedelijke gebied er reeds in 2017 een CO2-vermindering van 23,5 procent is vergeleken met het referentiejaar 2005. Daarmee haalt de stad in 2017 al de doelstellingen van 2020, die een vermindering opleggen van 20%. Dat is uiteraard al goed.

Maar we mogen niet op onze lauweren rusten. De gemakkelijke reducties van bijvoorbeeld stookolie naar gas zijn binnen.  Er liggen nog kansen onbenut en dan vooral heel veel daken. De Antwerpse daken hebben een totaalpotentieel van 2290MW, dat is zowat de totaalproductie van de ganse kerncentrale van Doel. Er liggen echter maar 10 zonnepanelen per 1000 inwoners in Antwerpen, een benuttingsgraad van 2,9%!

Nu heeft niet iedereen de middelen of zelf een geschikt dak om zonnepanelen op te plaatsen. Maar er liggen kansen als we loskomen van het puur privaat patrimonium. Iedereen kent wel de vele nog onbedekte en geschikte grote daken in zijn buurt, op fabrieken, appartementsgebouwen, kerken, moskeeën, synagoges, … . De stad kan het gebruik van dergelijke daken als collectieve zonnepanelen voor bewoners of omwonenden ondersteunen. Onder meer door, samen met de netbeheerder, bewoners en omwonenden, eigenaars te ondersteunen bij het realiseren van hun gedeeld zonnedak. Door meerdere daken te combineren tot één zonnedak en/of door grote daken te delen voor het plaatsen van zonnepanelen. Zo dragen we bij tot een duurzame en energiezuinige stad. Ook voor windmolens op daken met kleinere capaciteit zien we kansen in zo een coöperatief model. Tijd om echt te gaan voor deze onbenutte kansen.