05-03-2018

Tijdens deze Week van de Vrijwilliger wil ik een pluim geven aan alle vrijwilligers. In België is 1 op 5 vrijwilliger. En met 750.000 zijn ze in Vlaanderen. Of ook, 1 op 8 Vlamingen. Dat zijn aantallen om eens bij stil te staan, niet?

Al deze mensen steken vrijwillig en onbezoldigd de handen uit de mouwen. Dat kan gaan van de scouts- en chiroleider die elk weekend klaarstaan om met onze kinderen te ravotten, de student die na de schooluren nog helpt bij de huiswerkbegeleiding tot de ouders die pannenkoeken bakken tijdens het schoolfeest en de buurman die de buurvrouw uit de nood helpt met boodschappen omdat ze niet goed te been is. Maar het gaat ook de trainers van onze sportverenigingen, de buren die met het buurtcomité nadenken over een plezante en propere buurt of de man en de vrouw die helpen bij de voedselbedeling. Je kan de vrijwilligers vinden in jeugd- en sportverenigingen, dienstencentra, parochiewerkingen, comités allerhande, vzw’s en heel wat goede doelen. Vaak bestaan en draaien al deze organisaties op volle kracht dankzij hun vele vrijwilligers. Ze zijn vaak meer dan de helpende handen. Zij zijn het hoofd, het hart, de handen en benen, … kortom, het hele lichaam van deze organisaties.

Gestructureerd, niet-gestructureerd, occasioneel of regelmatig vrijwilligerswerk, het doet er niet toe. Vrijwilligerswerk is van onschatbare waarde in onze samenleving. Het is onbetaalbaar en onvervangbaar. Vrijwilligers zijn steunpilaren, zorgen voor verbinding en contact tussen mensen van verschillende pluimage. Vrijwilligers werken al te vaak op de achtergrond, terwijl zij net zorgen voor verbondenheid en een warme samenleving.

Zelf probeer ik ook het nodige vrijwilligerswerk te doen. Ik probeer mijn steentje bijvoorbeeld bij te dragen bij vzw Mama Lufuma (komende zondag is het de jaarlijkse brunch) en Kerkstraat Plage, een lokaal buurtfeest bij mij om de hoek.

Omdat ik vrijwilligerswerk zo belangrijk vind, probeer ik ook in het parlement initiatieven te nemen om het vrijwilligerswerk te ondersteunen. Zo is er bijvoorbeeld mijn wetsvoorstel om vrijwilligers die actief zijn in het zorgend vrijwilligerswerk recht te geven op een hogere kostenvergoeding. Zorgende vrijwilligers hebben vandaag recht op een kostenvergoeding die tot maximum 1.361,23 euro per jaar vrijgesteld is van belastingen en sociale bijdragen. Ik hoor vaak dat dat bedrag al na 8 of 9 maanden werd bereikt. Blijven deze zorgvrijwilligers dan nog vrijwilligerswerk doen, worden ze belast op alle ontvangen vergoedingen. Ik vraag om de kostenvergoeding op te trekken tot 2.500 euro. Dit bedrag biedt waarborgen voor de continuïteit van zorg zodat de vertrouwensband met de zorgbehoevende gegarandeerd blijft. En ook in mijn parlementaire vragen laat ik het vrijwilligerswerk geregeld aan bod komen.

In december schreef ik nog een opinie over “Mijnheer en mevrouw Solidariteit”. Ik deel dit graag nog eens met u.

Ik wil besluiten door te zeggen:
Vrijwilliger, dank u wel om onze samenleving te willen verbinden met solidariteit en warmte.
Vrijwilliger, dank u wel om te vrijwilligen!