30-04-2019

1 op 9 kinderen groeit op in een gezin waar niemand werkt, schrijft De Morgen. De gezinnen krijgen wel uitkeringen, maar die liggen vaak onder de armoedegrens, zo’n 80% van deze gezinnen leeft in armoede. Volgens federaal parlementslid Nahima Lanjri (CD&V) wijst dat cijfer op de noodzaak om zowel op federaal als regionaal niveau beter te presteren.

Dat 11,8% Belgische kinderen opgroeit in een gezin waar geen van de ouders werk heeft, is volgens Nahima Lanjri dramatisch.

Precies om die reden zeg ik al jaren dat we met alle beleidsniveaus in België oog moeten hebben voor gelijke kansen voor iedereen, werk voor iedereen, en bestrijding van armoede een topprioriteit moeten worden. We hebben daaraan de voorbije bestuursperiode al aardig wat aandacht besteed, maar we mogen ambitieuzer zijn.

Met CD&V hebben we daarom een verkiezingsprogramma geschreven dat niet alleen uitpakt met een cijfer van 240.000 nieuwe jobs, maar waarbij we ook oog hebben voor het verhogen van de werkzaamheidsgraad van mensen die het bijzonder moeilijk hebben om aan een job te geraken. We hebben het dan over heractiveren van mensen die uit ziekte komen, jobs voor langdurig werklozen, jobs voor leefloners, nieuwkomers, alleenstaanden, … Om die kwetsbare groepen een handje te helpen voorziet CD&V ook 7.000 nieuwe banen in de sociale economie.

Volgens Nahima Lanjri moeten echter ook andere stimulerende maatregelen genomen worden om mensen aan een baan te helpen: ‘’We stellen vast dat voor sommigen kinderen een ‘drempel’ zijn om aan de slag te geraken. Om die reden moet hard gewerkt worden aan extra betaalbare kinderopvang volgens inkomen, moet de kinderopvang flexibeler worden voor wie met onregelmatige uren werkt.’’

Lanjri onderschrijft ook de vaststelling dat bepaalde groepen zoals migranten en laaggeschoolden extra kwetsbaar zijn. ‘’Reden te meer om ons voorstel om te werken met streefcijfers volgens sector en volgens regio echt ter harte te nemen.’’

CD&V is ook voorstander van een totaal nieuwe manier om naar sociale versterking te kijken, de zogenaamde ‘tapering’. Sociale versterking en steun is vandaag nog te zeer gebonden aan je statuut, niet aan je inkomen. ‘’Zo kan iemand met een uitkering recht hebben op een voordeel, iemand die voor ongeveer hetzelfde bedrag aan de slag is niet. Bovendien zin er nog te veel ‘inactiviteitsvallen’; Wie een euro meer verdient, kan van de ene dag op de andere een volledig voordeel verliezen. Dat moet anders. De afbouw van de sociale versterking moet geleidelijk verlopen, op het tempo van de toename in komen. Daarover heeft trouwens mijn collega Vlaams CD&V-parlementslid Cindy Franssen al aardig wat werk verricht en voorstellen geformuleerd.’’

Ik stel vast dat sommigen in een reactie op de cijfers rond werkloze ouders meteen naar de andere regio’s kijken en de schuld bij de anderen leggen. Nochtans is Vlaanderen ook geen Europese topper en komen we na landen als Portugal en Malta. Het klopt wel dat de situatie in Brussel en Wallonië nog veel dramatischer is, net zoals bij andere armoedecijfers. Op het vlak van kinderarmoede boekten we geen vooruitgang in Vlaanderen.  De kinderarmoede-index van Kind en Gezin bleef toenemen, niettegenstaande een halvering van de kinderarmoede tegen 2020 werd beloofd. En ook het beloofde structureel armoedebeleid bleef grotendeels achterwege.

Het mag duidelijk zijn dat we de voorbije legislatuur zowel federaal als Vlaams zeer goede tewerkstellingsresultaten hebben geboekt, daar zijn we fier op. Ook in Brussel en Wallonië zag je een daling van de werkloosheid, maar hun historische achterstand verkleinde weinig of niet.   We mogen dan ook aan de Brusselse en Waalse collega’s vragen om meer en beter te doen. We moeten ook elkaar inspireren. De Brusselse jeugdwerkloosheid daalt al jaren aan een stuk. Misschien heeft Actiris recepten die voor Antwerpen leerrijk zijn en omgekeerd.

Maar we moeten ook in eigen boezem kijken: Hoewel de werkloosheid stevig daalde slaagde Vlaanderen er ook niet in die kans aan te grijpen om kansengroepen te integreren in de arbeidsmarkt. Het aantal werkzoekenden met een arbeidshandicap nam toe met 1.000 mensen, hetzelfde gold voor de langdurig werkzoekenden. De daling in de werkloosheidscijfers van mensen met een andere origine bedroeg in dezelfde periode minder dan 10%, bij mensen van Vlaamse origine was dit meer dan 32%. Op het vlak van activering van kwetsbare groepen moeten we ook in Vlaanderen beter doen. Ook het aantal werkarme gezinnen is met 7.3% nog hoger dan de 5.7% van voor de crisis in 2008.”

Kortom, we zijn er nog lang niet. Daarom gaat CD&V voor een warme full employment, voor 240.000 extra jobs en voor meer en betere begeleiding en activering van werkzoekenden en inactieven. Meer mensen aan de slag is beter voor de samenleving, beter voor de economie, maar vooral beter voor deze mensen en hun gezinnen.

Pers

De Tijd, 30/04/2019, 'Kwart Brusselse kinderen groeit op in jobloos gezin' (c)