Werk maken van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid

19-02-2016

19-02-2016

Er zijn helaas heel wat mensen die, bijvoorbeeld na een ernstige ziekte op jonge leeftijd, nooit nog de mogelijkheid hebben om voltijds aan de slag te gaan. Als zij deeltijds gaan werken, worden zij vandaag niet gecompenseerd voor het feit dat zij niet voltijds kunnen werken. Dat hypothekeert de toekomst van die mensen, en dit druist in tegen het rechtvaardigheidsgevoel. In het regeerakkoord hebben wij afgesproken dat de regering de mogelijkheid van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zou onderzoeken. In de commissie sociale zaken heb ik daarover enkele vragen gesteld aan de minister van sociale zaken.

De minister is het eens dat de huidige reglementering een aantal lacunes bevat. Zo is het systeem van toegelaten arbeid gericht op voltijdse tewerkstelling. De bedoeling van de toegelaten arbeid is inderdaad de deeltijdse arbeid geleidelijk aan te verhogen zodat de betrokken werknemer op het einde weer voltijds kan werken. Daarnaast is het huidig systeem van cumulatie van loon uit al dan niet deeltijdse arbeid en uitkering complex en leidt het tot een echte administratieve rompslomp, zowel voor de gerechtigde als voor de werkgever en voor het ziekenfonds. Er werden intussen verschillende studies aangevraagd bij de FOD Sociale Zekerheid om ons slimmer te maken naar onder meer de organisatie van het stelsel van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en de mogelijkheden om het systeem van cumulatie van loon uit al dan niet deeltijdse arbeid en een arbeidsongeschiktheidsuitkering te vereenvoudigen.

Ik hoop echter dat dit niet tot eind 2017 moet duren. Ik veronderstel dat wij niet al die studies moeten afwachten vooraleer iets te kunnen doen, want tegen dan loopt het al naar het einde van deze legislatuur en dat is wel erg laat.

Lees hier mijn vraag en het antwoord van de minister (p. 17-19).