Waardig werk voor huishoudpersoneel

05-12-2013

05-12-2013

Op 5 december werd eindelijk de IAO Conventie 189 goedgekeurd in de Kamer. Deze conventie ijvert ervoor om huishoudpersoneel, dat zich wereldwijd inzet voor families en huishouden, dezelfde basisrechten te geven als andere werknemers zoals het recht op aanvaardbare werkuren, eerlijke verloning, goede arbeids­omstandigheden,… . Ik trek samen met Stefaan Vercamer al geruime tijd dit dossier en diende ook een wetsvoorstel in om ook in ons land het statuut van huispersoneel te verbeteren. We moeten nl. ook voor eigen deur vegen.

Het is belangrijk te strijden voor wereldwijde bescherming en waardering van huishoudpersoneel. Het is echter ook belangrijk om voor eigen deur te vegen. De vakbonden klagen immers al jaren aan dat ook het Belgische huishoudpersoneel in een zeer precair statuut moet werken. Vaak worden ze onderbetaald en staat er geen rem op het aantal uren dat ze dienen te presteren. Bovendien hebben ze dikwijls geen recht op volledige sociale zekerheid omdat de werkgever is vrijgesteld van het betalen van sociale bijdragen. Momenteel zijn er ongeveer 1100 geregistreerde dienstbodes. Het gaat hier vermoedelijk slechts om het topje van de ijsberg, omdat enkel de voltijdse dienstboden geregistreerd werden.

CD&V- volksvertegenwoordiger  Nahima Lanjri vindt dat meer dan ooit werk moet worden gemaakt van een duidelijk beroepsstatuut voor huishoud­personeel en dat deze werknemers een volwaardige sociale bescherming verdienen. Het gaat hier over mensen die werken in huisgezinnen en daar strijken, wassen, de tuin onderhouden, de kinderen ophalen van school,…. . Daarom diende ze een wetsvoorstel in dat het bestaande statuut van dienstbode en huishoudbediende wil samenvoegen tot een verbeterd statuut voor de huishoudhulp. Personen die werken als au pair of vallen binnen de regelgeving voor PWA of dienstencheques worden buiten beschouwing gelaten.

Het nieuwe statuut dat volksvertegenwoordigers Nahima Lanjri en Stefaan Vercamer voorstellen, zorgt ervoor dat het beroep van dienstbode en huisbediende wordt opgewaardeerd en dat de achterstelling inzake arbeids- en sociale bescherming wordt weggewerkt. Zo zal de huishoudhulp volledig onder de sociale zekerheid vallen en een statuut genieten dat gelijkwaardig is aan dat van een bediende. Ze zullen ook kunnen genieten van de regelgeving inzake moederschaps­bescherming. Minister De Coninck kondigde aan te werken aan een ontwerp dat in de richting van dit wetsvoorstel gaat.