Vrijwillige ambulanciers krijgen extra middelen

20-08-2012

20-08-2012

Iedereen kan blijven rekenen op een snelle hulpverlening. De minister heeft bevestigd dat er tegemoet gaat worden gekomen aan de verzuchtingen van de private ambulancediensten.

We herinneren ons allemaal de noodkreet van de private ambulancediensten dat het maximumtarief dat ze, van de FOD Volksgezondheid mogen aanrekenen niet voldoende is om de effectieve kostprijs te recupereren. Een verlies dat volgens Marc Ceyssens, korpschef van de brandweer van Heusden-Zolder, al snel tot meer dan 400.000 euro op jaarbasis kan oplopen, zelfs bij inzet van vooral vrijwilligers.

Met dergelijke verliezen in het vooruitzicht dreigden dan ook heel wat  ambulancecentra overkop te gaan. Met een "marktaandeel" van 30 % zou dit de maatschappelijke dienstverlening in het gedrang hebben gebracht. Zo zouden er in ons land 'zwarte vlekken' ontstaan waar gewonden niet meer binnen het kwartier op een ambulance kunnen rekenen (cfr. Peter Cleymans van de ambulancecentrum Dendermonde).

Uit een parlementaire vraag heeft de minister echter bevestigd dat er tegemoet gaat worden gekomen aan de verzuchtingen van de private ambulancediensten. Daartoe neemt de regering drie belangrijke initiatieven.

  1. Een eerste maatregel is een Koninklijk Besluit (KB) dat toestaat om ziekenwagenvervoer van de dienst 100 in de derdebetalersregeling aan te rekenen. Dit betekent dat het ziekenwagenbedrijf 50% van de vervoerskosten rechtstreeks aan het ziekenfonds van de patiënt zal aanrekenen. De patiënt zelf zal zelf slechts het bedrag moeten betalen dat ten zijnen laste valt.
  2. Daarnaast zal het statuut van de hulpverlener-ambulancier worden gelijkgesteld met dat van de vrijwillige brandweerlui. Hierdoor zullen de ambulanciers in de toekomst niet meer financieel gediscrimineerd worden tegenover de vrijwillige brandweerlui. De tekst van dit KB is klaar en werd voor advies overgemaakt aan de Hoge Raad voor Vrijwilligers.
  3. De belangrijkste maatregel is echter de toekenning van een forfaitair bedrag in het kader van de herfinanciering van de sector van het ziekenvervoer van de dringende geneeskundige hulp.

Ik ben verheugd dat de minister na herhaaldelijk aandringen van o.a. Senator Dirk Claes (CD&V) het dossier op de regeringstafel heeft gelegd.  De regering zorgt voor de noodzakelijke herfinanciering van het dringende medisch vervoer met een subsidie van 5 miljoen euro en wil zo een basisfinanciering toekennen aan elke 100-ambulancedienst die aan een reeks kwaliteitsnormen voldoet.

De nooddienstverlening voor elke burger blijft op die manier gegarandeerd. Naast de financiering, moet ook de opleiding van ambulanciers en de kwaliteit van ambulancediensten verder verbeterd worden. Hiervoor werden, op vraag van de minister, twee werkgroepen opgericht door de Nationale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. De besluiten worden tegen het eind van dit jaar verwacht. Bovendien werd er een overlegplatform opgericht met de vertegenwoordigers van de opleiding- en vervolmakingscentra van de hulpverleners-ambulanciers. Ze werken samen om de administratieve, wetenschappelijke en pedagogische aspecten van de opleidingscentra te verbeteren.

Dit is een stap in de goede richting om de medische dienstverlening verder te kunnen blijven garanderen. We moeten de garantie bieden aan de bevolking dat de medische dienstverlening niet in het gedrang komt. We kunnen daarom tevreden zijn dat de minister haar verantwoordelijkheid in dit dossier heeft opgenomen en de regering hiervoor bijkomende middelen vrijmaakt.