Tijd om versnelling hoger te schakelen in de strijd tegen discriminatie op arbeidsmarkt

22-09-2016

22-09-2016 

In mei 2015 nam de Kamer een resolutie aan die de strijd aanbond met discriminatie op de publieke en private arbeidsmarkt. Meer dan een jaar later stellen initiatiefnemers Vincent Van Quickenborne, Nahima Lanjri, Zuhal Demir en David Clarinval vast dat de resolutie dode letter blijft: "Enkel in de dienstenchequesector kwamen de sociale partners tot een akkoord over zelfregulering. In alle andere sectoren staat men nergens. Nochtans voorziet de resolutie bij gebrek aan zelfregulering een wettelijke regeling tegen midden 2017."

De resolutie voorzag in drie maatregelen: gerichte controles binnen de publieke sector, zelfregulering in de private sector en tot slot een procedure waarbij de overheid gerichte controles kan uitvoeren bij hardleerse private bedrijven. De initiatiefnemers ondervroegen de bevoegde ministers, met name minister van Werk Kris Peeters, minister van Gelijke Kansen Sleurs en minister van Ambtenarenzaken Vandeput meermaals over de stand van zaken. Ze stellen meer dan een jaar later vast dat er nog veel werk aan de winkel is.

1. Gerichte controles binnen publieke sector

Vooreerst moest er een systeem van gerichte controles komen binnen de federale overheid als werkgever en bij uitbreiding de gehele publieke sector. Daarvoor moet de regering in overleg treden met de andere overheden om gerichte controles te voorzien in alle overheidsinstellingen en instanties die tot de publieke sector kunnen worden gerekend of in belangrijke mate met publieke middelen worden gefinancierd. De overheid moet altijd het goede voorbeeld geven en zichzelf scrupuleus controleren op de toepassing van haar eigen wetten.

Wat overheidsinstanties betreft die werken met dienstencheques, is er wel degelijk vooruitgang geboekt. Vlaams minister van Werk Muyters sloot een akkoord waardoor 'mystery calls' kunnen worden georganiseerd. Alle dienstenchequeondernemingen ook de publieke zoals OCMW's en PWA's- worden hierdoor gevat en de deelname wordt opgelegd als erkenningsvoorwaarde. Bij recruterings- en selectiediensten zoals Selor verwachten de initiatiefnemers niet meteen problemen. Maar ze stellen vast dat niet alle publieke diensten via deze instanties aanwerven. 

2. Zelfregulering in de private sector

Ten tweede werd aan de sociale partners gevraagd zelf instrumenten te ontwikkelen om na te gaan in welke mate er gediscrimineerd wordt in de verschillende sectoren en om vervolgens te bemiddelen met die bedrijven. Er werd bewust gekozen voor zelfregulering omdat de strijd tegen discriminatie niet mag vervallen in een heksenjacht van de overheid die werkgevers verdacht maakt. De zelfregulering die Federgon in de uitzendsector uitrolde, stond als model in de resolutie.

Ook hier stellen we vast dat enkel de dienstenchequesector vooruitgang boekte. Uit parlementaire vragen aan bevoegd minister Peeters blijkt dat enkel in dit paritair comité het sociaal overleg tot een resultaat heeft geleid. Het is niet bekend of andere sectoren überhaupt het overleg al hebben opgestart. Uiteraard vat de resolutie de gehele arbeidsmarkt en alle private sectoren. De voorziene zelfregulering is echter niet vrijblijvend. Na 2 jaar moet de overheid evalueren of ze in alle sectoren is ingesteld en wordt uitgevoerd. In concreto betekent dit dat de sociale partners tijd hebben tot mei 2017 vooraleer er een wettelijke regeling komt. De initiatiefnemers roepen hen dus op om hier dringend werk van te maken. Volgende dinsdag zit de minister van Werk Peeters opnieuw samen over deze aangelegenheid met de sociale partners uit de dienstenchequesector. Van zodra er een akkoord is over de aanpak, kan dit eventueel dienen als model voor de andere sectoren.

3. Gerichte controles op hardleerse werkgevers

Ten derde moest de overheid instrumenten krijgen om discriminatie effectief vast te stellen en aan te pakken. Daarom vroeg de resolutie om te voorzien in een systeem waarbij de sociale partners de resultaten van de zelfregulering automatisch overmaken aan de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten indien ze een kennelijke aanwijzing van discriminatie hebben, ondanks de zelfregulering. Die directie kan dan een termijn opleggen aan de werkgever om zich in de regel te stellen. Wanneer die er niet in slaagt te bewijzen dat hij maatregelen heeft genomen, kan de werkgever binnen het kader van een gerechtelijke procedure worden onderworpen aan gerichte controles door de overheid, om bewijsmateriaal te verzamelen voor de opmaak van een proces-verbaal.

De Kamerleden stellen vast dat er op vandaag nog geen wetgevend initiatief in de steigers staat om deze procedure uit te werken. Nochtans is deze stok achter de deur een cruciaal onderdeel van de goedgekeurde aanpak. Ze roepen de regering dan ook op om dringend werk te maken van de uitvoering van de resolutie.

Lees hier de resolutie tot invoering van gerichte controles inzake discriminatie op de arbeidsmarkt