27-03-2018

Deze regering levert veel inspanningen om meer mensen aan de slag te krijgen, omdat met meer werkenden de sociale zekerheid kan rekenen op meer inkomsten. Er zijn almaar meer 65-plussers die ook na het bereiken van de pensioenleeftijd willen blijven werken. Ik pleit ervoor dat die mensen, indien ze langer dan een maand arbeidsongeschikt zijn, een ziekte-uitkering zouden kunnen krijgen. Nu moeten ze in dat geval hun pensioen opnemen. In het regeerakkoord is overeengekomen dat het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen kan worden geopend voor wie blijft werken na zijn of haar 65ste jaar. Ik vroeg minister van Sociale Zaken Maggie De Block hoe het staat met dit dossier.

De minister antwoordde dat een werkende die ziek wordt na zijn of haar pensioenleeftijd na één maand kan terugvallen op een pensioen. Wanneer die persoon opnieuw kan werken, kan hij zijn pensioen onderbreken. Een tweede mogelijkheid is, volgens de minister, dat wanneer de persoon opnieuw kan werken instapt in het systeem van onbeperkt bijverdienen.

Mijn bedenking bij deze mogelijkheden is dat de 65-plusser in die twee gevallen geen pensioenrechten meer opbouwt en mensen die ervoor kiezen om na hun pensioenleeftijd te blijven werken, willen nu net verder pensioenrechten opbouwen. Ik begrijp dat we hier voorzichtig mee moeten omspringen. Het mag niet de bedoeling zijn om mensen nog gedurende vijf jaar met een arbeidsongeschiktheidsuitkering te laten rondkomen, dan kunnen ze net zo goed met pensioen gaan. Maar wie slechts voor een korte periode ziek is, zou toch tijdelijk een uitkering moeten kunnen krijgen.

Lees hier mijn vraag en het antwoord van de minister.